Les 3: Neuro- anatomie, - fysiologie, superpositiefenomeen, vegetatieve functies en hormonen

Huidverbeterende massage les 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Huidverbeterende massage les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Terugblik: prikkelgeleiding
Nieuwe stof: 
  • Hoofdstuk 6
  • Hoofdstuk 7 
  • Hoofdstuk 8
  • Hoofdstuk 9
  • Hoofdstuk 10
  • Hoofdstuk 12
Samenwerkingsopdracht
Evaluatie


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
  • Je kunt de verschillende neuroniveaus koppelen aan de ontwikkeling, opbouw, ligging en functie
  • Je weet wat het  superpositiefenomeen betekent
  • Je weet hoe het lichaam omgaat met alledaagse veranderingen

Slide 3 - Tekstslide

De student bedenkt een eigen doelstelling
Neuro-anatomie

Slide 4 - Tekstslide

Ander kijk op de hersenen qua indeling en gedragingen.
We kijken terug op een evolutiegroei van de hersenen.
In de prehistorie hadden we ander behoeftes dan nu. In de prehistorie moesten we aan eten komen door te jagen, verbouwen en delen. Nu kunnen we ons eten wat we nodig hebben vinden in de supermarkt. We doen er weinig voor om aan eten te komen. In de prehistorie kon het dagen duren voordat er vlees op het menu kon komen of dat er honing gevonden was. De eerste levensbehoeftes stonden centraal

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evolutieleer
Functioneel 
Anatomie
Archi niveau
Reflexbrein
Ruggenmerg/ perifere zenuwstelsel
Vitale brein
Hersenstam
Paleo niveau
Emotioneel brein of Limbisch systeem
Tussenhersenen
Neo niveau
Intuïtief brein
Grote hersenen rechterhelft
Logisch brein
Grote hersenen linkerhelft

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Doelstelling opdracht neuroniveaus: 
  • Je kunt een koppeling maken tussen gedragingen, functies en neuroniveaus van de hersenen
  • Je weet waar archi-, paleo - en neo niveau liggen in het hersengebied
  • Je weet wat het superpositiefenomeen betekent

timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk
De aanraking van de behandelaar prikkelt alle niveaus:
  • Archi- activeren van reflexbogen van het zenuwstelsel
  • Paleo- emotionele effect 
  • Neo- geloof of belang waar de klant aan gehecht is

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve functie

Slide 10 - Tekstslide

Door dagelijkse veranderingen wordt het lichaam geprikkeld. Het lichaam is in staat zichzelf aan te passen, homeostase, en in evenwicht te blijven. Wie zich goed kan aanpassen heeft een grotere overlevingskans. 
Een verandering geeft een stressprikkel: stressoren. Mocht de verandering heel groot zijn en/ of bedreigend voor het individu, dan doorloopt het zenuwstelsel verschillende reactiepatronen door:
  1. Alarmfase
  2. Aanpassingsfase
  3. Rust en herstelfase
  4. Uitputtingsfase 
Vegetatieve systeem
Vegetatief = autonoom
Te verdelen in:
  1. (Ortho)-sympaticus: activeert organen als wij actief zijn - hart en longen. Nor-adrenaline speelt hierbij een rol: hart sneller kloppen, vasoconstrictie, zweet uitscheiding
  2. Parasympaticus: activeert spijsverteringsorganen als we in rust zijn. Acetylcholine speelt hierbij een rol: vasodilatie, ademhaling wordt rustiger

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactiepatronen
  • Alarmfase 
  • Adaptiefase - aanpassingsfase
  • Rust en herstelfase

Mocht het lichaam zijn evenwicht niet vinden:
  • Uitputtingsfase
Kost veel energie voor het lichaam: ergotrope karakter: lichaam bereid zich voor op actie, ademhaling gaat omhoog, hartslag gaat omhoog, adrenaline en corisol komen vrij
Het lichaam gaat over op herstel: Trofotrope karakter: hartslag gaat omlaag, ademhaling rustig, spieren ontspannen, spijsvertering komt opgang

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Doelstelling opdracht weefselconditie:
  1. Je weet wat de gevolgen zijn voor de bindweefselkwaliteit als het lichaam niet in balans komt?
  2. Je weet het verschil tussen para- en ortho-sympaticus uit te leggen
  3. Je weet welke hormonen invloed hebben op de bindweefselkwaliteit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je jezelf voor deze les?
5
7
6
9
8

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen heb je behaald aan het einde van deze les?
De doelen van de opdrachten
De doelen op het boord
De doelen op het boord en van de opdrachten

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies