HVM Les 3a Vegetatieve functies en tuning

Huidverbeterende massage les 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Huidverbeterende massage les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Terugblik: neuro-anatomie en -fysiologie
Nieuwe stof: 
  • Vegetatieve functies
  • Vegetatieve tuning
Opdracht
Evaluatie


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
  • Je kunt de verschillende reactiepatronen van het zenuwstelsel benoemen.
  • Je kan de reactie uitleggen van het zenuwstelsel op een prikkelverandering, bijvoorbeeld stress.
  • Je kan de fases koppelen aan de reactiviteit van het weefsel tijdens een massage.

Slide 3 - Tekstslide

De student bedenkt een eigen doelstelling
Vegetatieve functie

Slide 4 - Tekstslide

Door dagelijkse veranderingen wordt het lichaam geprikkeld. Het lichaam is in staat zichzelf aan te passen, homeostase, en in evenwicht te blijven. Wie zich goed kan aanpassen heeft een grotere overlevingskans. 
Een verandering geeft een stressprikkel: stressoren. Mocht de verandering heel groot zijn en/ of bedreigend voor het individu, dan doorloopt het zenuwstelsel verschillende reactiepatronen door:
  1. Alarmfase
  2. Aanpassingsfase
  3. Rust en herstelfase
  4. Uitputtingsfase 
Vegetatieve functie
De vele prikkels in het leven vragen om een geestelijke / lichamelijke aanpassing.

Homeostase: proces waarbij fysiologische en chemische processen in balans worden gehouden = lichamelijke evenwicht.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve systeem
Vegetatief = autonoom = onwillekeurig
Te verdelen in:
  1. (Ortho)-sympaticus: activeert organen als wij actief zijn - hart en longen. Nor-adrenaline speelt hierbij een rol: hart sneller kloppen, vasoconstrictie, zweetuitscheiding.
  2. Parasympaticus: activeert spijsverteringsorganen als we in rust zijn. Acetylcholine speelt hierbij een rol: vasodilatie, ademhaling wordt rustiger.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Reactiepatronen op stress
  1. Alarmfase 
  2. Adaptiefase - aanpassingsfase
  3. Rust en herstelfase
  4. Uitputtingsfase (indien er geen balans komt)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alarmfase
  1. Kost veel energie van het lichaam.
  2. Ergotroop karakter: ortho-sympathicus in actie, ademhaling gaat omhoog, hartslag gaat omhoog, adrenaline en cortisol komen vrij.
  3. Slaap, spijsvertering, weefselherstel staan stil.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke kenmerken tijdens alarmfase?

Slide 10 - Woordweb

- gespannen spieren
- afname van coordinatie
- veel zweet
- droge mond
- vergeten te eten of juist veel snoepen
- brandend maagzuur
- vakar naar toilet moeten
- gejaagd voelen
- moeilijker in slaap komen, piekeren
- tegen taken opzien, veel problemen ervaren
- uitstellen van zaken
- moeilijkheden met beeld scherp stellen
- zwarte vlekken voor ogen
- spontane fluittonen in oor
- vaker nare luchtjes ruiken
Adaptatiefase
  1. Aanpassingsfase
  2. Energie specifiek gericht op gekozen doel.
  3. Kenmerken:
- motivatie
- alert
- gevoel van controle, assertief
- spanning voelt goed

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rustfase
  1. Herstelfase
  2. Trofotroop karakter:  parasympathicus in actie
  3. Weefsels worden hersteld, voedsel wordt verteerd, aandacht verslapt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitputtingsfase
  1. Als gekozen oplossing niet effectief blijkt, treedt opnieuw alarmfase in! Ipv rustfase.
  2. Kenmerken van uitputting:
- nog harder werken
- vaker ziek
- onredelijk zijn, snel geëmotioneerd
- concentratieproblemen
- vermoeidheid, moeite met slaap

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve tuning
Tuning - 
in balans brengen

Slide 15 - Tekstslide

Door dagelijkse veranderingen wordt het lichaam geprikkeld. Het lichaam is in staat zichzelf aan te passen, homeostase, en in evenwicht te blijven. Wie zich goed kan aanpassen heeft een grotere overlevingskans. 
Een verandering geeft een stressprikkel: stressoren. Mocht de verandering heel groot zijn en/ of bedreigend voor het individu, dan doorloopt het zenuwstelsel verschillende reactiepatronen door:
  1. Alarmfase
  2. Aanpassingsfase
  3. Rust en herstelfase
  4. Uitputtingsfase 
Vegetatieve tuning

Hier wordt de samenwerking tussen ortho- en parasympaticus, maar ook met het animale zenuwstelsel geregeld.

Deze 3 hogere centra "tunen" in onderlinge samenwerking met het vegetatieve systeem.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve 'tuning'
Het is van groot belang dat het sympathische en parasympathische goed samenwerken. Verstoringen in het evenwicht komen vaak omdat de boog te lang gespannen is: 
  • langdurig intensief werkende sympathicus 
  • bindweefsel is gevoelig voor verstoringen aan dit evenwicht 
  • Tijdens de massage geven wij een signaal aan het zenuwstelsel dat bijdraagt aan het herstel van het natuurlijk evenwicht tussen het para- en sympatische zenuwstelsel. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak de opdracht 
Vegetatieve functies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling
  • Wat zijn de verschillende reactiepatronen van het zenuwstelsel?
  • Hoe reageert het zenuwstelsel op een prikkelverandering, bijvoorbeeld stress?
  • Welke fases kun je koppelen aan de reactiviteit van het weefsel tijdens een massage?

Slide 19 - Tekstslide

De student bedenkt een eigen doelstelling
Welk cijfer geef je jezelf voor deze les?
5
7
6
8
9

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen heb je behaald aan het einde van deze les?
De doelen van de opdrachten
De doelen op het bord
De doelen op het bord EN van de opdrachten

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies