3.4 Economische ontwikkeling

3.4 Economische ontwikkeling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.4 Economische ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een centrum land?
A
Het is arm en heeft weinig handel
B
Het is rijk en heeft veel handel
C
Het heeft weinig werkgelegenheid
D
Het ligt altijd in Europa

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent periferie in de wereldindeling van centrum- semi periferie en periferie?
A
Een rijk land met veel bedrijven
B
Een arm land met weinig invloed
C
Een gebied dat alleen uit steden bestaat
D
Een land zonder inwoners

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn veel periferie landen arm gebleven?
A
Ze zijn vroeger een kolonie geweest
B
Ze hebben geen natuurlijke hulpbronnen zoals olie/gas/water
C
Ze willen geen handel drijven
D
Veel mensen werken in de technologie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een semiperiferie land?
A
Een heel arm land
B
Een heel rijk land
C
Een land dat tussen arm en rijk in zit
D
Een land zonder economie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze gebieden in Nederland hoort bij het centrum
A
Waddeneilanden
B
Drenthe
C
Zeeland
D
Randstad

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen....
1. In welk stadium van ontwikkeling zitten de volgende landen: 
Canada, Bangladesh, India, Mexico, Nederland, China?

2. Wat is de relatie tussen centrum, periferie en semiperiferie (gebruik afbeelding) 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les kun je uitleggen......
  • Welke drie beroepssectoren er zijn.
  • Wat elke beroepssector inhoudt.
  • Welk beroepensector het grootste is in een centrum land of een periferie land. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

In Nederland zijn er 440 beroepen, die vallen onder deze drie noemers 
Primaire sector         Secundaire sector      Tertiaire sector 
- Landbouw                      - Industrie                           - Diensten
- Mijnbouw                        Kleding                                  Kapper
- Visserij                              Computers                           Docent 
- Bosbouw                         Keukenspullen                    Arts  
- Veeteelt                            Auto                                       Vrachtwagen-
                                                                                               chauffeur

Komt voor in: 
Afrika                                   Azië                                         Europa 
Periferie                              Semiperiferie                        Centrum  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil arm en rijk 
  • Arme landen - veel werk in landbouw - eigen voedsel verbouwen met de hand = Zelfvoorzienende landbouw (kleine boerenbedrijven) 

  • Rijke landen - weinig werk in landbouw - automatisering (machines) = commerciële landbouw (grote boerenbedrijven)
    -> Werken in dienstensector  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Maak de opdracht: Van grondstof tot product. 

Klaar/huiswerk.......... 
Maak de opdrachten van paragraaf 3.4 - Economische ontwikkeling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke afbeelding hoort bij welke sector? En waarom? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies