Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Welkom H33 vr 7-10-2024
Welkom H33 vr 7-10-2024
Vandaag:
Nakijken opdr 7 en 8 blz 16/ 17
Oefenen Leesvaardigheid
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom H33 vr 7-10-2024
Vandaag:
Nakijken opdr 7 en 8 blz 16/ 17
Oefenen Leesvaardigheid
Slide 1 - Tekstslide
Leesvaardigheid
Slide 2 - Tekstslide
Oefening leesvaardigheid
Je krijgt een fragment uit de Amerikaanse comedyserie
Friends
te zien. Wat valt hieraan op?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Tekst 'Maakt een lachband comedyseries leuker?'
Op de volgende slide vind je een artikel van de Volkskrant.
Lees de tekst. Noteer kernzinnen en andere belangrijke tekstgedeelten.
Welke signaalwoorden herken je?
Welke woorden ken je nog niet?
Tijd: 10 minuten
Maak de vragen zelfstandig.
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
lachen
B
lachband bij comedyseries
C
humoristische internetfilmpjes
D
de sociale functie van lachen
Slide 7 - Quizvraag
Welk tekstdoel past het beste bij deze tekst?
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
uiteenzetten
Slide 8 - Quizvraag
Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding van deze tekst?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3
D
alinea 1, 2, 3 en 4
Slide 9 - Quizvraag
Welk type aandachttrekker herken je in alinea 1?
A
anekdote
B
belang voor de lezer
C
voorbeeld
D
aanleiding
Slide 10 - Quizvraag
Met welke uitdrukking zou je een deel van de informatie uit alinea 1 en 2 kunnen samenvatten?
A
Douglas moest een oogje in het zeil houden
B
Douglas wilde dat de lachband flink aan de prijs zou zijn.
C
Douglas vond dat we geen bakzeil moesten halen.
D
Douglas stond aan het roer van de lachband.
Slide 11 - Quizvraag
Uit welke alinea('s) bestaat het slot van deze tekst?
A
alinea 6, 7, 8 en 9
B
alinea 7, 8 en 9
C
alinea 8 en 9
D
alinea 9
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'sitcom' (alinea 1)?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent de uitdrukking 'het heft in eigen hand nemen' (alinea 1)?
A
je ergens tegen verzetten
B
iets negeren
C
de controle/leiding nemen
D
ergens over klagen
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'dus' (alinea 6) aan?
A
tegenstellend
B
opsommend
C
verklarend
D
concluderend
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'ook' (alinea 8) aan?
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
opsommend
D
tegenstellend
Slide 16 - Quizvraag
Lachen is volgens psycholoog Doosje een sociale activiteit. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
Lachen is iets wat je leert tijdens je vroege jeugd.
B
Lachen is iets wat aanstekelijk werkt.
C
Lachen is iets wat je samen doet.
D
Lachen is iets wat in een reflex gebeurt.
Slide 17 - Quizvraag
Welke bewering(en) over de lachband is/zijn volgens de tekst correct?
A
De lachband werkt lang niet voor iedereen aanstekelijk.
B
Comedyseries mét lachband worden beter gewaardeerd dan series zonder lachband.
C
Alleen al het horen van een lachband kan aanstekelijk werken.
D
Een lachband is vooral functioneel bij niet heel grappige scènes.
Slide 18 - Quizvraag
Zorgt een 'schreeuwband' ervoor dat kijkers banger worden van enge filmpjes?
A
Ja, de schreeuwgeluiden zorgen ervoor dat kijkers banger worden.
B
Ja, maar vooral als de filmpjes niet heel eng zijn.
C
Nee, kijkers vinden de filmpjes niet enger als ze schreeuwgeluiden horen.
D
Dat is onbekend; onderzoek levert tegenstrijdige resultaten op.
Slide 19 - Quizvraag
De boodschap in alinea 8 zou vervangen kunnen worden door de volgende uitdrukking...
A
De lachband moet over de brug komen met meer gelach
B
De lachband ligt niet meer goed in de markt.
C
Ik zou nooit met een lachband in zee gaan.
D
De lachband is behoorlijk aan de prijs.
Slide 20 - Quizvraag
Waarom ligt het voor de hand dat nieuwe comedyseries niet kiezen voor het gebruiken van een lachband?
A
Een lachband past niet bij de huidige generatie tv-kijkers.
B
Een lachband wordt gezien als iets ouderwets.
C
Uit diverse onderzoeken blijkt dat een lachband niet werkt.
D
Een lachband wordt tegenwoordig als ongemakkelijk ervaren.
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Een lachband werkt aanstekelijk en zou door iedere comedyserie gebruikt moeten worden.
B
Een lachband kan aanstekelijk werken, maar wordt tegenwoordig steeds minder vaak gebruikt.
C
Het effect van een lachband is jarenlang zwaar overschat.
D
Comedyseries met lachband zijn minder grappig dan comedyseries zonder lachband.
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
leesvaardigheid oefentekst lachband_havo2
Mei 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
20190128 leesvaardigheid oefentekst lachband
Januari 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid oefentekst lachband
Maart 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
leesvaardigheid oefentekst lachband klas 2
Juni 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid: lachband
Maart 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
221013_leesvaardigheid oefentekst
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
20181122 Leesvaardigheid: lachband
November 2018
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
A3D 2805 leesvaardigheid oefentekst lachband
Mei 2019
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3