H12 verbintenissenrecht L1 P2 cohort 2022

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verbintenissenrecht
Benodigdheden: 
- Boek Vermogensrecht en wettenbundel altijd bij je voor de lessen
- Licentie in mijn.boomberoepsonderwijs.nl

Studieplanner in de studieroute Verbintenissenrecht L1_P2 (cohort 2022)

Beoordeling:
- Toets in de week van 16 januari over hoofdstuk 12 t/m 16 van het boek Vermogensrecht

Skill:
- Probleemoplossend vermogen, deadline 15 januari 2023

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wettenbundel zoekopdracht
Zoek in het register op naar 'vermogensrecht'.
Schrijf het juiste wetsartikel verkort op.
Zoek het wetsartikel op en neem de tekst over.

Slide 6 - Tekstslide

antwoord zoekdracht
 'vermogensrecht'.
Wetsartikel: art. 3: 6 BW
Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, of verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Alisa bestelt via internet een digitale camera met een jaar garantie. De koopsom bedraagt € 290.
Beschrijf de verbintenissen die uit deze koopovereenkomst ontstaan.

Slide 12 - Open vraag

Bianca sluit een brandverzekering bij de firma Zekerheid bv. Per jaar betaalt ze € 250 premie. Daarvoor is ze voor maximaal € 100.000 verzekerd tegen schade die een brand in haar woning of op haar erf veroorzaakt.

Beschrijf de verbintenissen die ontstaan uit deze verzekeringsovereenkomst.

Slide 13 - Open vraag

Bill spreekt af dat hij voor € 300 per maand de bovenetage huurt van de familie Van Loon.

Beschrijf de verbintenissen die ontstaan uit deze huurovereenkomst.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samira huurt een auto bij Gerards garage van 1 mei 2022 tot 7 mei 2022.
Samira betaalt €200,- aan huur voor de auto.
Vloeit de betalingsverbintenis voort uit een overeenkomst of uit de wet?
A
Overeenkomst
B
Wet

Slide 17 - Quizvraag

Samira krijgt met de auto een ongeluk met een voetganger. De voetganger, danser van beroep, breekt zijn been en kan weken lang niet werken.
Samira dient de schade te vergoeden.
Vloeit de betalingsverbintenis voort uit een overeenkomst of uit de wet?

A
Overeenkomst
B
Wet

Slide 18 - Quizvraag

Terwijl Samira in haar huurauto rondrijdt wordt er bij haar thuis ingebroken. De sloten van de voordeur zijn vernield en het huis kan niet meer op slot. Gelukkig heeft Samira aardige buren. De buren laten een slotenmaker komen. De buren betalen het verschuldigde bedrag aan de slotenmaker. Als Samira terugkomt dan moet zij natuurlijk dit bedrag terugbetalen aan de buren.
Vloeit deze betalingsverbintenis voort uit een overeenkomst of de wet?
A
Overeenkomst
B
Wet

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wettenbundel zoekopdracht
Zoek in het register op naar 'natuurlijke verbintenis'.
Schrijf het juiste wetsartikel verkort op.
Zoek het wetsartikel op en neem de tekst over.

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord zoekopdracht
 'natuurlijke verbintenis'.
art. 6:3 BW
Een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis.

Slide 25 - Tekstslide

Felicia heeft geld geleend van Nienke.
Felicia betaalt het verschuldigde bedrag niet af.
Is dit een voorbeeld van een civiele verbintenis of een natuurlijke verbintenis?
A
Civiele verbintenis
B
Natuurlijke verbintenis

Slide 26 - Quizvraag

Stel dat het al 20 jaar geleden is dat Felicia het geld heeft geleend van Nienke.
Is er in dat geval sprake van een civiele verbintenis of een natuurlijke verbintenis?
A
Civiele verbintenis
B
Natuurlijke verbintenis

Slide 27 - Quizvraag

Rihanna en Willem sluiten een weddenschap over de voetbalwedstrijd PSV tegen AJAX. Rihanna wed dat AJAX gaat winnen en Willem dat PSV gaat winnen. Als ze de weddenschap verliezen moeten ze de ander €1.000,- betalen. PSV wint de wedstrijd, maar Rihanna weigert Willem te betalen.
Kan Willem via de rechter afdwingen dat Rihanna betaalt?
A
Ja, het gaat hier om een civiele verbintenis.
B
Nee, het gaat hier om een natuurlijke verbintenis.
C
Ja, het gaat hier om een natuurlijke verbintenis.
D
Nee, het gaat hier om een civiele verbintenis.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wettenbundel zoekopdracht
Zoek in het register op naar 'verrekeningsverklaring'.
Schrijf het juiste wetsartikel verkort op.
Zoek het wetsartikel op en neem de tekst over.

Slide 31 - Tekstslide

antwoord zoekopdracht
 'verrekeningsverklaring'.
art. 6: 127 BW
Wanneer een schuldenaar die de bevoegdheid tot verrekening heeft, aan zijn schuldeiser verklaart dat hij zijn schuld met een vordering verrekent, gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijke beloop teniet.

Slide 32 - Tekstslide

Rosita heeft Sara €500,- geleend. Rosita zegt tegen Sara dat Sara de €500,- niet hoeft terug te betalen.
Hoe gaat de verbintenis tot terugbetaling teniet?
A
Door verjaring
B
Door ontbinding of vernietiging van de overeenkomst.
C
Door kwijtschelding
D
Door vermenging

Slide 33 - Quizvraag

Mediamarkt koopt bij Apple 3.000 Macbooks. De afspraak is dat Mediamarkt de Macbooks voor 1 juni 2022 dient te betalen. Op 1 mei 2022 fuseert Apple met Mediamarkt en ontstaat één bedrijf onder de naam Applemedia.
Op welke manier gaat de verbintenis tot afbetaling van de schuld van Mediamarkt teniet?
A
Verjaring
B
Schuldvernieuwing
C
Kwijtschelding
D
Schuldvermenging

Slide 34 - Quizvraag

Valerie maakt schade aan de auto van Karel. Het schadeherstelbedrijf stuurt een rekening van €2.000,- naar Karel. Karel betaalt het schadeherstelbedrijf en verzoekt Valerie om de €2.000,- over te maken naar hem. Valerie betaalt dit direct aan Karel.
Hoe gaat de verbintenis tot het betalen van de schade hier teniet?
A
Nakoming.
B
Verjaring.
C
Verrekening.
D
Vermenging.

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide