2.3/22.4

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kgt 2.3 Het verteringsstelsel
BB 2.4 Het verteringsstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Voorkennis
Leerdoelen
Uitleg
Aan het werk
Terugblikken op de leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling BS 1 en 2
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van het verteringsstelsel?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel
  • Het verteringsstelsel bestaat voor het grootste deel uit een lang kanaal van de mond tot de anus: het darmkanaal.

  • ( slokdarm, de twaalfvingerige darm, de dunne darm, de dikke darm en de endeldarm)

  • In het verteringsstelsel worden voedingsstoffen uit je voedsel opgenomen in het bloed.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteren

  • Direct opnemen door wand: glucose, water, vitaminen en mineralen. 

  • Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten. 
  • Dit moet verteerd worden (kauwen of verteringssappen)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteren
Verteren is het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen: de verteringsproducten

Deze stoffen kunnen wel door de darmwand heen en in het bloed worden opgenomen.
De vertering gebeurt in twee stappen:
• voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen
• voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringssappen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kauwen 
  •  Je gebit = tanden en kiezen. 
  • Met snijtanden en hoektanden bijt je stukken van je voedsel af.  hoektanden iets puntiger dan de snijtanden 
  • Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Daardoor kun je het voedsel tussen de kiezen fijnmalen. 
  • Kauwen heeft ook een functie bij de vertering. Door het voedsel in kleine stukjes te verdelen, wordt het oppervlak van het voedsel vergroot 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nut van kauwen
Door te kauwen ontstaan er nieuwe vlakken (zijden) aan een stuk voedsel. 

Het oppervlak aan voedsel wordt groter.
Wat betekent dat? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen
De vertering gebeurt met behulp van verteringssappen. Speeksel en maagsap zijn vb van verteringssappen. gemaakt door;Verteringsklieren:
  • Speekselklieren 
  • Maagsapklieren 
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

De voedingsstoffen worden in kleine 
stukjes geknipt zodat ze door de 
darmwand kunnen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verteringssappen.
verteringssappen breken de stoffen in je voedsel af tot steeds kleinere stoffen (verteringsproducten). 

Deze afbraak van voedingsstoffen is een scheikundige reactie (stoffen worden omgezet in andere stoffen). 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verteringssappen.
verteringssappen helpen bij het proces van het maken van voedingsproducten.

Enzym is onderdeel van een verteringssap.
enzymen versnellen het omzetten/afbreken van voedsel. 

kleiner voedsel --> enzymen kunnen het voedsel beter bereiken en afbreken
De enzymen in verteringssappen zorgen er dus voor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een andere manier uitgelegd

Verteringssappen moeten het eten goed kunnen verteren




Klein kauwen maakt oppervlak groter 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen stap 1

Verteringssappen stap 2

Slide 15 - Tekstslide

Mechanische vertering
Darmperistaltiek
    Schema darmperistaltiek

  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen..
Voedingsvezels prikkelen de spieren in de darmwand en zorgen daardoor voor een goededarmwerking

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het proces
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van:
A
Verteringsorganen
B
Verteringssappen
C
Verteringsklieren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen afgegeven door verteringsklieren zorgen voor afbraak van het voedsel
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door het kauwen vindt er bij het voedsel oppervlaktevergroting plaats
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het afwisselend samentrekken van de kringspieren en lengtespieren?
A
Vertering
B
Voortstuwing voedsel
C
Darmperistaltiek
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door voedingsvezels verloopt de darmperistaltiek beter.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Kader= 2.3 opdr 1 t/m 8 
(5 overslaan)

Basis= 2.4 opdr 1 tm 9
(3,5,7 overslaan)

volgende week practicum!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies