Literatuur: fictie en werkelijkheid

Literatuur: fictie en werkelijkheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur: fictie en werkelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur
Veelal draait literatuur om fictionele teksten. Deze term zegt het al, het zijn verzonnen teksten. Meestal is het onderscheid tussen waargebeurd en verzonnen niet zo'n probleem.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereidheid te geloven
Gebeurtenissen die in werkelijkheid niet mogelijk zijn worden geaccepteerd als 'wel mogelijk' binnen het fictieve universum waarin het verhaal zich afspeelt. De lezer denkt er niet al te kritisch over na. Sterk van toepassing bij o.a. sciencefiction en fantasy,

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Achterhuis
Dagboek: waargebeurd en controleerbaar
aan de hand van andere bronnen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkelijkheidsgehalte: schaalverdeling?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwarring
Sommige schrijvers proberen lezers in verwarring te brengen over de vraag of hun boeken waargebeurd zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verzonnen zoon
Boudewijn Büch had geen zoon, deed in interviews alsof het wel zo was. Hij schreef boek 'De kleine blonde dood' en deed alsof zijn zoon, net als in het boek, overleden was. Zelfs in zijn dagboeken schreef hij dat zijn zoon dood was.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 'verzonnen' nierdonatie
A.H.J. Dautzenberg 'Samaritaan': nierdonatie?
Nooit meer slapen: interview waarin hij dit (min of meer) ontkende
Volkskrant: arts bevestigde nierdonatie Dautzenberg 
Mag een schrijver liegen? En zit daar nog een grens aan?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opheffen grens feit/fictie
Is een boek waarin je de dood van je eigen zoon bij een verkeersongeluk beschrijft en waarin waarheid en fictie door elkaar lopen nog wel te duiden als waar of verzonnen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke vragen
- Waar ligt de grens tussen werkelijkheid en fictie?
- Is iets opschrijven niet altijd al een stukje persoonlijke waarneming en bestaat 'werkelijkheid' dan überhaupt?
- Mag een schrijver bewust vaag zijn over het werkelijkheidsgehalte van zijn boek?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

12:22-26:12
Vragen bij fragment DWDD

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding werkcollege
Lees als voorbereiding op het werkcollege deze teksten in onderstaande volgorde:
- Het interview met Charlotte Mutsaers uit de Volkskrant
- De opiniestukken van Auke Hulst en Ilja Leonard Pfeijffer uit NRC Handelsblad
- De reconstructie van deze ophef door Sander Bax van neerlandistiek.nl
Lees de teksten aandachtig, markeer belangrijke gedeeltes en maak notities. Deze heb je nodig voor het werkcollege.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkcollege
In deze les gaan we debatteren naar aanleiding van de kwestie Harnas van hansaplast van Charlotte Mutsaers.

Maar eerst gaan we kijken naar algemene afspraken bij een debat, om ervoor te zorgen dat we een overzichtelijk debat gaan houden. 

Ook krijgen jullie voorbereidingstijd voor het debat.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele afspraken
1. Een voorzitter leidt het debat en geeft mensen het woord.
2. Als je het woord wil, steek je je hand op.
3. Als je spreekt ga je staan.
4. Je laat anderen uitpraten.
5. De voorzitter kan vragen om een reactie, of om een nieuw punt. Houd je daaraan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het debat
De stelling is:
Het is minder erg als een schrijver liegt in een interview dan wanneer andere mensen dat doen, schrijvers hebben immers liegen als beroep.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
Jullie maken zelf groepjes van vier. 
Elk groepje krijgt van de docent de rol van voorstander of van tegenstander.
Jullie krijgen vijf minuten de tijd om zoveel mogelijk argumenten te bedenken.
Uit elk groepje wordt een iemand naar voren geschoven die klassikaal gaat debatteren over de stelling.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies