Woorden met f en v 20-01-2021

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 7

Woorden met f en v

Wat is het doel?

Doel van de les:

- Ik weet wanneer een f in een woord verandert in een v.

- Ik weet wanneer de f aan het einde van een lettergreep verdubbelt wordt.

f aan het einde

Je hoort de f duidelijk aan het einde van het woord.

braaf     De jongen is braaf.

lief     Mijn oma is lief.

Wat verandert er als je de zin verandert?

braaf     De brave jongen

lief     Mijn lieve oma

meervoud van: ik leef

1. wij leefen
2. wij lefen
3. wij leeven
4. wij leven

het enkelvoud van: wij geloven

1. ik geloof
2. ik geloov
3. ik gelof
4. ik gelov

Maak de zin af:
Het ....... meisje.

1. doove
2. dofe
3. doofe
4. dove

Zet in het enkelvoud:
1000 slaven 1.....

1. slaaf
2. slav
3. slaav
4. slaf

Verdubbeling van de letter f

tof     de toffe pubers

maf     de maffe pubers

duf     de duffe pubers

Bij een korte klank wordt de f verdubbeld en wordt het dus

 geen v!

het meervoud van straf is:

1. stravven
2. straffen
3. strafen
4. straven

Nu alles door elkaar...

Vul de goede letter of letters in.

Vul in : In het centrum staan weinig....

1. bedrijffen
2. bedrijven
3. bedrijfen
4. bedrijvven

Vul goed in:
Veel .......op school vinden leerlingen vervelend.

1. strafen
2. straven
3. stravven
4. straffen

 maken uit het boek

Vandaag maak je van Taalverzorging:

H7 opdracht 1 t/m 7

Opdracht 8 is een dictee. Het dictee maken we een keer op school.