In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De professionele keuken
Les 3
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen van deze les
-Benoemen van verschillende bereidingstechnieken.
-Symbolen herkennen.
-Verschillende diëten benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Een goede voorbereiding
De werkzaamheden in een restaurant moeten in nauwe samenwerking met de keukenbrigade gebeuren. De werkplanning moet je afstemmen op de planning in het restaurant. En een goede voorbereiding maakt het werk makkelijker en kan fouten voorkomen.
Slide 3 - Tekstslide
Bereidingswijze.
Een recept (receptuur) is een verzameling instructies die aangeven hoe iets klaargemaakt moet worden, (gerecht). In een recept staat ook voor hoeveel personen het is bedoelt.
Slide 4 - Tekstslide
Bereiden van maaltijden
Als medewerker facilitaire dienstverlening kun je een taak hebben bij het bereiden of verzorgen van een maaltijd. Meestal een deel . Een deel van de maaltijd noem je een maaltijdcomponent.
In de professionele keuken staan veel apparaten. Die zorgen ervoor dat je sneller werkt. Dit is een keukenmachine. Die kan hakken, snijden, raspen, kneden, kloppen en mengen.
Slide 8 - Tekstslide
Allergenen
Allergenen zijn eiwitten die allergische reacties kunnen opwekken.
Slide 9 - Tekstslide
Symbolen
De Europese Unie heeft bepaald dat de ingrediënten die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken op het etiket vermeld moeten staan.
Slide 10 - Tekstslide
Veel voorkomende diëten.
Veel voorkomende diëten zijn :
- natriumarm/beperkt dieet.
-lactosevrij dieet.
-energiebeperkt dieet.
Slide 11 - Tekstslide
Quiz
Hieronder volgen een paar vragen. Even kijken wat er is blijven hangen.
Slide 12 - Tekstslide
Welk nagerecht is geschikt voor iemand met een energiebeperkt dieet?
A
chipolatapudding= een toetje/dessert
B
chocolademousse= een toetje/dessert
C
fruitsalade
D
vanille-ijs
Slide 13 - Quizvraag
Gerechten gaar maken door ze in een open pan met hete olie of heet vet onder te dompelen
A
Grilleren
B
Frituren
C
Smoren
D
Koken
Slide 14 - Quizvraag
Wat past NIET bij een energie beperkt dieet?
A
producten vermijden die veel energie geven
B
eet veel vezels
C
denk na over wélke bereidingstechniek je gebruikt
D
voel je je vaak hongerig
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je deze bereidingstechniek waarin je iets kort kookt?
A
tappen
B
blancheren
C
afvinken
D
bijvullen
Slide 16 - Quizvraag
Welke bereidingstechniek hoort bijeen gerecht gaar maken in de damp van heet water
A
koken
B
stomen
C
bakken
D
braden
Slide 17 - Quizvraag
De spelregels bij het samenstellen van een menu zijn:
A
Volgorde van gerechten
B
Afwisseling ingrediënten
C
Afwisseling kleur en smaak
D
Bereidingstechnieken
Slide 18 - Quizvraag
Bij welke bereidingstechniek maak je een gerechten in een gesloten pan zachtjes gaar maken in ‘eigen’ vocht met een beetje margarine.
A
Smoren
B
Koken
C
Fruiten
D
Roerbakken
Slide 19 - Quizvraag
Welke bereidingstechniek zie je op de foto?
A
Koken
B
Stoven
C
Bakken
D
Stomen
Slide 20 - Quizvraag
wat is een allergeen?
A
soort groente
B
nieuwe collega
C
stof/middel waar je allergisch voor bent
D
een eiwit
Slide 21 - Quizvraag
Wat is geen allergeen?
A
Pinda
B
Melk
C
Varkensvlees
D
Vis
Slide 22 - Quizvraag
Bij welk temperatuur begint water te koken?
A
0 °C
B
100 °C
C
-20 °C
D
0 °F
Slide 23 - Quizvraag
De temperatuur in een diepvries moet hoger zijn dan de temperatuur in een koelkast.