KD Combifunctionaris: Les 4 Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken

KEUZEDEEL COMBIFUNCTIONARIS
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
CombifunctionarisMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

KEUZEDEEL COMBIFUNCTIONARIS

Slide 1 - Tekstslide

LESINHOUD LES 4
- Nabespreken praktijkopdracht BPV (2.24 blz. 54)
- Hoofdstuk 3 Pedagogische vaardigheden voor kindgericht             werken
- Aan de slag met H3 blz. 55 t/m 72


Slide 2 - Tekstslide

DOELEN LES 4
De beginnende beroepsbeoefenaar:
- is breed inzetbaar en werkt kindgericht;
- volgt ene kind individueel en speelt in op waar het kind aan toe is;
- heeft brede en specialistische kennis van de doorlopende ontwikkeling en leerlijn van kinderen;
- kan evenwichtige dagarrangementen aanbieden, passend binnen het programma van het kind;
- kan communiceren met kinderen, ouders, collegá en professionals binnen het IKC,
- kan verbinding leggen tussen spelen, leren, ontwikkelen en ontmoeten;
- kan werken vanuit een lerende en onderzoekende houding.


Slide 3 - Tekstslide

NABESPREKEN PRAKTIJKOPDRACHT BPV
Vertel kort iets over de uitvoering van de opdracht en de antwoorden die je gekregen hebt op jouw vragen.

Slide 4 - Tekstslide

VIDEO & KIJKVRAGEN (3.01 blz. 55)
Bekijk de video waarin docenten vertellen wat zij doen om een veilig pedagogisch klimaat in de klas te creëren. Veiligheid is een basisnoodzaak, want pas als de veiligheid gegarandeerd is, kun je het hebben over kindgericht werken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Maatregelen

op gemak stellen
 vertrouwen geven
goed contact hebben
 zichzelf mogen zijn
 fouten mogen maken
gesprekken voeren
evalueren of iedereen zich prettig voelt 
vragen hoe het met de leerling gaat


duidelijke regels en afspraken 
structuur en orde
spiegel voorhouden
kanjermethode
sancties
'waarom doe je dat'- vragen, 
ouders inschakelen
elkaar helpen
aai over de bol geven
openstaan voor vragen
opbouwen van een band

Slide 7 - Tekstslide

DEZE VAARDIGHEDEN ZIJN ONDER MEER
Inleven
Aansluiten
Respect hebben
Open en eerlijk zijn
Aandacht hebben
Vriendelijkheid
Betrokkenheid
Enthousiast en inspirerend zijn
Band kunnen opbouwen
Ruimte geven voor oefenen en zelfstandigheid

Slide 8 - Tekstslide

INLEVEN
Inleven is je bewust zijn van de gevoelens en de behoeftes 
van een ander en hiermee rekening houden.

Inleven betekent je verplaatsen in de positie van een ander.
Inleven is zien wat bij de ander speelt (is hij verdrietig, opgefokt, moe?).
Inleven is je gedrag afstemmen op de stemming van de ander.
Inleven is laten merken dat je ziet wat bij de ander speelt.
Inleven is begrip tonen.





Slide 9 - Tekstslide

VIDEO & KIJKVRAAG (3.05 blz. 59)
Bekijk de video en beantwoord daarna de vraag 
'Wat zegt ze over de relatie tussen 
belevingswereld en tekeningen?'

Slide 10 - Tekstslide

1

Slide 11 - Video

00:00
Wat zegt ze over de relatie tussen belevingswereld en tekeningen?

Slide 12 - Open vraag

BELEVINGSWERELD

De belevingswereld van een kind:
Hoe een kind de wereld om zich heen beleeft.

Aansluiten op zijn beleving:
Meegaan in de denkwijze en fantasie van het kind, snappen waar een kind mee bezig is en daarop inspelen.


Slide 13 - Tekstslide

RESPECT
Kinderen zijn met andere dingen bezig dan jij.
Ze vinden andere dingen belangrijk dan jij.

Respecteer waar het kind mee bezig is.
Zie waar het kind mee bezig is.
Vind het belangrijk waar het kind mee bezig is.

Slide 14 - Tekstslide

OPEN & EERLIJK
Je liegt niet tegen kinderen.

Maar er is een grens aan openheid en eerlijkheid.
Het is onveilig als je al te openhartig bent.
Je kunt kinderen niet alles vertellen wat in jouw leven speelt.
Je kunt niet alles vertellen wat er in de wereld speelt.
Dat begrijpen ze niet of je belast ze met dingen waar 
ze nog niet aan toe zijn.





Slide 15 - Tekstslide

AANDACHT

Ieder kind heeft aandacht nodig.
Ieder kind heeft recht op aandacht.
Aandacht geven = volledig aanwezig zijn.
Niet ondertussen met andere dingen bezig zijn.
Werkelijke aandacht is kijken en luisteren en werkelijk zien en horen.

Slide 16 - Tekstslide

VIDEO & KIJKVRAAG (3.12 blz. 64)
Bekijk de video over luisteren en schrijf voor jezelf negen manieren op om te luisteren naar een kind.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

GOED LUISTEREN NAAR EEN KIND
1. Je kijkt een kind aan
2. Je stopt je telefoon weg
3. Je stopt met praten, laat het kind praten
4. Heb geduld
5. Wees nieuwsgierig en open
6. Laat een kind uitpraten
7. Laat weten dat je het kind hoort
8. Vat samen wat je hebt gehoord
9. Stel vragen aan het kind

Slide 20 - Tekstslide

VRIENDELIJK OMGAAN MET KINDEREN

Geïnteresseerd   &   Geduldig   &   Aardig
Het ene kind ligt je beter dan het andere.
Dat is niet te vermijden en dat mag ook.
Wat niet mag is dat de kinderen dat merken.
Aan het werk = altijd vriendelijk.
Ook als je een keer chagrijnig bent of niet goed geslapen hebt.
As het de hele middag regent, of als je gewoon geen zin hebt. 
Je blijft vriendelijk en geduldig. Dat hoort bij je werk.



Slide 21 - Tekstslide

VIDEO & KIJKVRAAG (3.16 blz. 66)
Bekijk de video die gaat over leerkrachten, maar ook van toepassing is op een combifunctionaris.  

Welke eigenschappen worden genoemd als fijne eigenschappen?

Welke van de genoemde eigenschappen hebben te maken 
met 'betrokkenheid'?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welke eigenschappen worden genoemd als fijne eigenschappen?
Welke van de genoemde eigenschappen hebben te maken
met 'betrokkenheid'?

Slide 24 - Open vraag

BETROKKENHEID

Betrokkenheid = verbonden voelen.

Betrokkenheid = de kinderen belangrijk vinden.

Betrokkenheid = moeite doen om ze te leren kennen en begrijpen.


Slide 25 - Tekstslide

WAAROM?
Betrokkenheid zorgt ervoor dat je je goed kunt afstemmen op het kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat je het antwoord weet op de vraag:
 'wat heeft dit kind nodig?'
Betrokkenheid heeft een goede invloed op het welbevinden van een kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich gezien en gehoord voelt.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich veilig voelt.
Betrokkenheid versterkt de band tussen jou en het kind.
Betrokkenheid werkt positief op de sfeer in de groep.

Slide 26 - Tekstslide

ENTHOUSIASME

Een combifunctionaris is bepalend voor de sfeer in de groep.
Een enthousiaste en vriendelijke combifunctionaris leidt 
tot enthousiaste en blije kinderen.
Een combifunctionaris die een beetje rondhangt en de aandacht er 
niet bij heeft, veroorzaakt een sfeer van hangerigheid en ruzie.

Maar als je te enthousiast bent, overrompel je de ander dus stem goed af!

Slide 27 - Tekstslide

AAN DE SLAG MET OPDRACHTEN H3
opdracht 3.24 & 3.25 worden niet gemaakt!

Slide 28 - Tekstslide

VOLGENDE LES (na de vakantie)
- Licentie, boek, laptop en oortjes meenemen

- Theorie & verwerking H4 Samenwerken

- Uitleg en aan de slag met P2M examen Combifunctionaris
   IKC/brede school

Slide 29 - Tekstslide