Hart- en bloedvatenstelsel
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het hart is een
A
dwarsgestreepte spier en onwillekeurige spier
B
een gladde spier en willekeurige spier
C
dwarsgestreepte en willekeurige spier
Slide 2 - Quizvraag
ventrikel wil zeggen
A
voorkamer
B
kamer
C
achterkamer
D
onderkamer
Slide 3 - Quizvraag
het septum
A
verdeelt het hart verticaal in 2
B
verdeelt het hart horizontaal in 2
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel kleppen heeft het hart?
A
een
B
twee
C
drie
D
vier
Slide 5 - Quizvraag
geef een ander woord voor arterie
A
ader
B
haarvat
C
slagader
D
longader
Slide 6 - Quizvraag
de slagaders vervoeren zuurstofarm bloed
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Waar vertrekt de aorta met zuurstofrijk bloed vanuit het hart naar het lichaam?
A
vanuit de linkerkamer
B
vanuit de linker voorkamer
C
vanuit de rechter kamer
D
vanuit de rechter voorkamer
Slide 8 - Quizvraag
hart-longen-hart
A
de kleine bloedsomloop
B
de grote bloedsomloop
Slide 9 - Quizvraag
de witte bloedcellen
A
vervoeren zuurstofrijk bloed
B
vervoeren zuurstofarm bloed
C
zorgen voor de stolling
D
zorgen voor de weerstand
Slide 10 - Quizvraag
de rode bloedcellen vervoeren zuurstof arm bloed
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
hoeveel keer trekt het hart samen per minuut (normale hartslag)
A
40-70x/min
B
80-100x/min
C
60-100x/min
D
90-120x/min
Slide 12 - Quizvraag
aritmie is een
A
regelmatige hartslag
B
onregelmatige hartslag
