Par 5.3 Eindwaarde van een rente

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Par 5.3 Eindwaarde van een rente

Hoofdstuk 5 Enkelvoudige en samengestelde rente

• 5.1 Enkelvoudige en samengestelde rente
• 5.2 Eindwaarde en contante waarde van één bedrag
• 5.3 Eindwaarde van een rente
• 5.4 Contante waarde van een rente
• 5.5 Nominale en effectieve interest
• 5.6 Aflossingen op leningen 

Agenda les

• Herhaling formule contante en eindwaarde van een bedrag
• Uitleg par 5.3
• Zelf aan de slag
• Huiswerk

Welk bedrag moet ik nu op een spaarrekening zetten?

Leerdoelen par 5.3

• Je kunt de eindwaarde van een rente met de formule berekenen.

?= 3.000 x (1,02 + 1,02^2 + 1,02^3+1,03^4)= 12.612,12

Rente (dus termijn) wordt per 31 december= einde jaar gestort > jaar minder rendement

Uitwerking voorbeeld 5.8

1e term= a = €1.000 x 1

Banksaldo 1 oktober 2022?

rente=0,05% per kwartaal

hoofdsom= 1.000

kwartalen uit tijdlijn=4

1e term= a = €1.000 x 1

Banksaldo 31 dec 2022

Banksaldo 31 dec 2023?

Maak opdracht 5.9

Hoe: stil en zelfstandig

Tijd: 10 minuten

Klaar: maak 5.10

Zelf aan de slag

Maak opgave 5.9 t/m 5.11

Huiswerk

• Maak opgave 5.9 t/m 5.11
• Lees paragraaf 5.1 t/m 5.3
• Bekijk de gedeelde lessonup par 5.3 eindwaarde van een rente

• Agenda Les 2 par 5.3

• herhalen uitleg par 5.3 d.m.v. bespreken opgave 5.11
• Opdracht maken
• Zelf aan de slag
• Huiswerk

2023

2024

2025

2.000

2.000

2.000

EW?

2.000 x 1.026

2.000 x 1,026^2

2.000 x 1.026^3

Opgave 5.11 a: Eindwaarde op 31 december 2025

2023

2024

2025

2.000

2.000

2.000

EW?

2.000 x 1.026

2.000 x 1,026^2

Opgave 5.11 b: Eindwaarde op 31 december 2025 termijnen einde jaar

2.000 

Opgave 5.11 c verband tussen vraag a en b?

De eindwaarde van vraag a = 1,026 x eindwaarde vraag b

>€6.317,44= 1,026 x €6.157,35

OF

Eindwaarde van vraag a gedeeld door 1,026 levert de eindwaarde van vraag b op: €6.317,44/1,026= €6.157,35

Maak opdracht 5.12

Hoe: stil en zelfstandig

Tijd: 10 minuten

Klaar: maak 5.13

Maak opdracht 5.13

Hoe: stil en zelfstandig

Tijd: 10 minuten

Klaar: maak 5.14