7. Bijvoeglijke naamwoorden / 0 - 20

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is/doet een bijvoegelijk
naamwoord?
Of geef een voorbeeld..

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Singular 
La iglesia antigua
El libro interesante
La película (film) interesante
La playa bonita
El aeropuerto moderno
El chico feo
El hotel caro 
La casa grande


Plural 
Las iglesias antiguas
Los libros interesantes
Las películas interesantes
Las playas bonitas
Los aeropuertos modernos 
Los chicos feos 
Los hoteles caros
Las casas grandes

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Bijvoeglijk naamwoord Spaans

Slide 11 - Tekstslide

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'bonito' bij 'La casa'
A
bonito
B
bonitos
C
bonita
D
bonitas

Slide 12 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'alto' bij 'Los chicos'
A
altos
B
alta
C
altas
D
alto

Slide 13 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'grande' bij 'La mesa'
A
grand
B
grande
C
grandes
D
granda

Slide 14 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord can 'simpático' bij 'Las chicas'
A
simpática
B
simpáticos
C
simpáticas
D
simpático

Slide 15 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'azul' (blauw) bij 'La bicicleta'
A
azulo
B
azula
C
azule
D
azul

Slide 16 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'moderno' bij 'El hotel'
A
moderno
B
modernos
C
moderna
D
mordernas

Slide 17 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'divertido' bij 'El chico'
A
divertida
B
divertide
C
divertido
D
divertidi

Slide 18 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'ancho' bij 'La playa'
A
ancho
B
ancha
C
anchos
D
anchas

Slide 19 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'simpático' bij 'Los estudiantes'
A
simpáticas
B
simpáticos
C
simpáticas
D
simpático

Slide 20 - Quizvraag

Kies het correcte bijvoeglijk naamwoord van 'verde' bij 'La hierba'
A
verda
B
verdo
C
verde
D
verdi

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel had je er goed?
A
0-6
B
6-8
C
9-10
D
11-12

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link

Los numeros 1 - 10 
1 -  Uno                                                       6 - Seis                           
2 - Dos                                                        7 - Siete
3 - Tres                                                       8 - Ocho
4 - Cuatro                                                  9 - Nueve
5 - Cinco                                                    10- Diez

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

¿Cuál es tu número de estudiante?
Mí número es: 
[Mie noemero es]

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

14
17
12
11
Once
Catorce
Diecisiete
Doce
Quince
Diecinueve

Slide 28 - Sleepvraag

Aan de slag...

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link