Possessive adjectives
Unit 3.4
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Gebruik: om aan te geven van wie iets is.
Dit kun je op twee manieren doen.
Bij elke persoon kun je twee manieren gebruiken.
This is my Ipad.This Ipad is mine.
I > my / mine
You > your/yours
He > his / hisShe > her / hersIt > Its / x
my (mijn) / mine (van mij)
your (jouw, uw) / yours (van jou)
his (zijn) / his (van hem)her (haar) / hers (van haar)Its (zijn/haar) / x
we > our/ ours
you > your/ yours
they > their / theirs
our (onze) / ours (van ons)your (jullie)/ yours (van jullie)
their (hun) / theirs (van hen)
De tweede vorm van de bezittelijke vnwen wordtzelfstandig gebruikt.
Is this your pen or is it mine?
Deze voornaamwoorden vervangen een eerder genoemd zelfstandig naamwoord.
De eerste vorm van deze bezittelijke vnwen wordt in een zin bijvoeglijk gebruikt.
Is this your pen?
'your' zegt iets over het zelfstandig nw 'pen'.
My YourHis
Her ItsOur Your Their