Week 37 Ne 1 F Schrijven, kijken en Luisteren en woordenschat


week 37 NE /1F 


nauwgezet  
bonje
domineren
amicaal 
ruzie 
precies 
vriendschappelijk 
overheersen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


week 37 NE /1F 


nauwgezet  
bonje
domineren
amicaal 
ruzie 
precies 
vriendschappelijk 
overheersen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen  
1. uitleg weektaak 37 
  • wat en waar staat de weektaak 
  • gebruik /pak je agenda 
  • wat is  weektaak voor W 37 

2. terugblik weektaak 36 
Tekst

Slide 2 - Tekstslide

 kijk bij : Schriftelijk werk
: week 37 

Je maakt opdracht 1 t/m 6 van 'Woordenschat' van hoofdstuk 1.
(mag op je Ipad/ als het niet lukt : in je schrift !!!)

Let erop dat elke opdracht uit meerdere onderdelen bestaat. 
==> het balkje bovenaan,  met de cijfertjes 1I 2 I3 I4 I5I 6

bekijk altijd de instructiefilmpjes ! 
THEORIE : synoniemen 

Slide 3 - Tekstslide


2.      Terugblik weektaak 36  
Hoofdstuk 1  
ik kan :  
1. par.  Schrijven             (1 en 2) 
  • een korte tekst schrijven
2. par.  Kijken luisteren (1, 2, 3 )
  • onderwerp  bepalen 
  • luisteren en vragen beantwooden
  • verbale en non-verbale communicatie beoordelen 






Slide 4 - Tekstslide

Theorie H1 : Begrijpelijk schrijven
 Vul in : Je schrijft een tekst,  omdat je   .................... 
Je wilt dat de lezer je tekst in één keer .............
Daarom denk je goed na over ieder woord en iedere zin, en je controleert altijd of je tekst : 
1........... . is.
2. ............ is      en altijd
3.  of er geen ......... fouten in staan. 



Slide 5 - Tekstslide

Theorie H1 : Kijken en luisteren
  • filmpje : onderwerp : waar  gaat het over  ?
  • onderwerp ? 
  • wat voor soort programma ? 
  • interview beoordelen
  • soorten vragen 
  • letten op lichaamstaal 

Slide 6 - Tekstslide

zelfstandig werken aan de weektaak  
k

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

05:45
Mr. Bean communiceert vooral
A
non verbaal
B
interactief
C
verbaal
D
met fluittaal

Slide 9 - Quizvraag

 noem een synoniem van : voorjaar 
uit hoeveel woorden bestaat het woord voetbalwedsrijd ? 
welk woord hoort er niet bij : 

stoel  - erg- fiets - glas 
Welke baan heeft deze man ?
Hoe noem je de stukjes tekst , waaruit een tekst is opgebouwd ?
A. alinea's 
B. paragrafen
C. Titels


lesdoelen + terugblik 

Slide 10 - Tekstslide


week 37 NE /1F     /3 
spullen 
stamgroep
stilte 
  1. kommer en kwel
  2. naar eer en geweten
  3. van haver tot gort 
  4. voor galg en rad 
amicaal 
5.pais en vree
6.kant noch wal 
7.nooit of te nimmer
8. in vuur en vlam  

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen  
1.   parafen week 36 

2. herhaling :  schrijven 
                           kijken en luisteren 

3. schrijfopdracht 

4 .oefenen woordenschat met de puzzel 


Tekst

Slide 12 - Tekstslide

  • woordraadstrategie : zoek een synoniem in de tekst  
  • context                    : met veel pracht en praal werd het koninklijke huwelijk gevierd. Na de ruzie                                       was  alles weer pais en vree en stond zij weer in vuur en vlam     
  • formeel en informeel  : Ik sta er op dat jullie elkander immer amicaal bejegenen  !

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord hoort in de volgende zin:
"Je kunt soms de betekenis van het woord raden door te kijken naar de .............................................."
A
Plaatjes
B
Slot
C
Context
D
Titel

Slide 14 - Quizvraag

gister : opdracht 2  Schrijven van ee korte tekst:  wat mist er ? 

     ik zoek een penvrienddin !

  • – een aanhef, voor wie het bericht is bedoeld
  • – een naam/leeftijd  van de schrijver
  • – informatie over de schrijver 
  • –  waarom en wat zoekt de schrijver 
  • – afsluiting , groet 
  • - controle Spelling 

Slide 15 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Formulier : reserveringsformulier 

oefenen woordenschat met de woordenschatpuzzel 

(parafen )

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Mr. Bean communiceert vooral
A
non verbaal
B
interactief
C
verbaal
D
met fluittaal

Slide 18 - Quizvraag

 noem een synoniem van : voorjaar 
uit hoeveel woorden bestaat het woord voetbalwedsrijd ? 
welk woord hoort er niet bij : 

stoel  - erg- fiets - glas 
Welke baan heeft deze man ?
Hoe noem je het eerste , vaak dikgedrukte stuk tekst van een tekst ? 
A. alinea's 
B. paragrafen
C. Titels
D. de inleiding 


lesdoelen + terugblik 

Slide 19 - Tekstslide

aan het werk/woordenschat oefenen 

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf een korte tekst waarin je om een penvriend(in) vraagt. 
 (10 minuten) 
 
wissel uit 

bekijk het bericht met het feedback formulier  en vul het in 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

 noem een synoniem van : voorjaar 
uit hoeveel woorden bestaat het woord voetbalwedsrijd ? 
welk woord hoort er niet bij : 

stoel  - erg- fiets - glas 
Welke baan heeft deze man ?
Hoe noem je de stukjes tekst , waaruit een tekst is opgebouwd ?
A. alinea's 
B. paragrafen
C. Titels


lesdoelen + terugblik 

Slide 23 - Tekstslide

 noem een synoniem van : voorjaar 
uit hoeveel woorden bestaat het woord voetbalwedsrijd ? 
welk woord hoort er niet bij : 

stoel  - erg- fiets - glas 
Welke baan heeft deze man ?
Hoe noem je de stukjes tekst , waaruit een tekst is opgebouwd ?
A. alinea's 
B. paragrafen
C. Titels


Slide 24 - Tekstslide