Les 29 (09-02)

Cours du 9 février
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cours du 9 février

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
     - Blooket voca A en B
  • Paragraphe B
      - Klokkijken
      - 'Ma première semaine au collège 
         néerlandais'. 
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les....

...ken je een blog over naar school gaan in Nederland.

...kun je de kloktijden gebruiken.

...ken je woorden die te maken hebben met school.



Slide 4 - Tekstslide

Husiwerkcontrole
Open je boek op p.102-105

Ik loop langs om het huiswerk te controleren. 

Slide 5 - Tekstslide

Blooket A en B
Pak je telefoon. We gaan de woordjes van A en B even met elkaar herhalen. 

Slide 6 - Tekstslide

Klok kijken
In het Frans zeggen ze eerst het
uur en daarna de hoeveelheid
minuten:
- Het is kwart over 4. 
> Il est 4 heures et quart
   (het is 4 uur en een kwartier)

Slide 7 - Tekstslide

Als je wilt zeggen hoe laat het is begin je de zin met 
'Il est...'
Is het precies 1 uur > Il est une heure.
Is het precies 2 uur > Il est deux heures

Tussen het hele uur en het halve uur, komen er minuten 
bij en die worden gewoon achter het hele uur geplakt.

Tussen het halve en het hele uur, worden de minuten van 
het volgende hele uur afgetrokken, door het woordje moins 


Als je wilt zeggen hoe laat het is begin je de zin met 'Il est...'
 
Is het precies 1 uur > Il est une heure.
Is het precies 2 uur > Il est deux heures

Tussen het hele uur en het halve uur (groen), komen er minuten 
en kwartieren bij. Deze worden achter het hele uur geplakt met   'et'
> Il est quatre heures et quart (kwart over 4, 16.15 uur)
> Il est quatre heures et demie (half 5, 16.30 uur)

Tussen het halve en het hele uur (rood), worden de minuten van
het volgende hele uur afgetrokken, door het woordje 'moins'
> Il est quatre heures moins le quart (het is kwart voor 4, 15.45 uur)

Let op!  Bij zowel een kwart als bij een half uur, komt er ‘et’ (en) tussen. Een kwartier wordt aangegeven met quart en een half uur met demie .             



Slide 8 - Tekstslide

Vervolg...
Je kunt het Franse klokkijken in de groene kant ook wel een beetje vergelijken met digitaal klokkijken:
2:30 uur (half 3)                                  Deux heures et demie (half 3)
2:15 uur (kwart over 2)                      Deux heures et quart (kwart over 2)

Maar in de rode kant van de klok juist niet. Deze kant maakt min sommetjes:

2:45 uur (kwart voor 3)                   Trois heures moins le quart (kwart voor 3)
                                                            > drie uur min 15
2:55 uur (vijf voor 3)                        Trois heures moins cinq (vijf voor 3)
                                                            > drie uur min 5

Slide 9 - Tekstslide

Texte B: Blog
Laten we eens samen naar de tekst van paragraaf B kijken. 

Lees mee met de titel, inleiding en tussenkopjes. Deze tekst is een blog.
> Waar gaat de tekst over?
  • een Franse jongen die voor het eerst in Nederland naar school gaat.
   
> Wat geven de tussenkopjes aan?
  • De verschillen met de Franse school.   

Slide 10 - Tekstslide

Au travail!
Maak de volgende oefeningen:
- ex 10a, b, c, d
- ex. 11
- ex. 12a, b, c (luisteroefening!)
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Welke verschillen tussen een Nederlandse en Franse school vond jij het meest interessant?


Hoe laat begint de schooldag op het stadslyceum (zeg dit in het Frans).

Noem eens 2 woorden die te maken hebben met het thema school.



Slide 12 - Tekstslide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex 10a, b, c, d
- ex. 11
- ex. 12a, b,
Apprendre kloktijden + voca A en B

Slide 13 - Tekstslide