H8 Medicatiebewaking

Geneesmiddelenkennis
Hoofdstuk 8 Medicatiebewaking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geneesmiddelenkennis
Hoofdstuk 8 Medicatiebewaking

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

  • Waarom de apotheek medicijngebruik begeleidt en bewaakt
  • Wat NAN betekent
  • Welke hulpmiddelen je in kan zetten bij medicatiebewaking
  • Waardoor over of onder gebruik van geneesmiddelen ontstaat
  • Wat de begrippen dubbelmedicatie en pseudodubbelmedicatie inhouden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking &
medicatiebegeleiding

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking en medicatiebegeleiding zijn kerntaken binnen de apotheek.
Een patiënt heeft zelf de verantwoordelijkheid voor zijn eigen gezondheid. De apothekersassistente kan de patiënt alleen maar adviseren, begeleiden en ondersteunen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KNMP richtlijn medicatiebewaking
Doel medicatiebewaking:
  • Kans op schade en ongemak bij patiënt door gebruik   farmaceutisch product te minimaliseren
  • Optimale effectiviteit niet belemmeren

Slide 6 - Tekstslide

Medicatiebewaking
Hulpmiddel: computer, literatuur en kennis!
Medicatiebegeleiding
Informatieverstrekking o.a.:
Juist gebruik
Verwachte effect
Mogelijke bijwerkingen
Verstrekking van evt. hulpmiddelen
therapietrouw bevorderend

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

KNMP richtlijn ter hand stellen
  • Eerste uitgifte
  • Tweede uitgifte 
  • Vervolg uitgifte

Slide 8 - Tekstslide

Medicatiebewaking
Hulpmiddel: computer, literatuur en kennis!
Medicatiebegeleiding
Informatieverstrekking o.a.:
Juist gebruik
Verwachte effect
Mogelijke bijwerkingen
Verstrekking van evt. hulpmiddelen
therapietrouw bevorderend

Schrijf 3 belangrijke woorden op waar je aan moet denken bij een eerste uitgifte (EU) van geneesmiddelen

Slide 9 - Open vraag

Eigenschappen van het geneesmiddel
De reden voorschrijven
Werking en bijwerkingen
Speciale voorzorgen en andere bijzonderheden
bijv. gebruik van alcohol of gevoeligheid voor zonlicht
Voorlichting over hoe het geneesmiddel gebruikt moet worden (technische voorlichting)
Vóór, tijdens of na de maaltijd
Zetpil moet men niet opeten
Met melk of juist zonder

Eerst uitgifte en prescriptieregeling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfzorg geneesmiddelen op recept worden alleen vergoed als ze chronisch worden gebruikt (CG), hoelang moet een patiënt geneesmiddelen zoals laxeermiddel, allergietablet of maagbeschermer gebruiken voor deze CG zijn?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een geneesmiddel
dat niet vergoed wordt?

Slide 12 - Woordweb

Paracetamol/codeïne
Maagzuurremmers
Slaap- en kalmeringsmiddelen (pammetjes)

Etiketteksten: verkeersdeelname
Sommige geneesmiddelen hebben hetzelfde effect als enkele glazen alcohol. Afhankelijk van categorie (1, 2 of 3) advies geven m.b.t. rijvaardigheid. 

Op de volgende dia verschijnt een website. zoek daar onderstaande geneesmiddelen op

Zoek op:
  • Desloratadine
  • Codeïne
  • Tramadol
  • Oxynorm

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het geneesmiddel kan het reactie- en concentratie vermogen negatief beïnvloeden. Auto rijden of het werken met gevaarlijke machines is af geraden.
Een assistent zegt tegen mevrouw X dat zij haar antibiotica kuur volledig af moet maken.
Maagsapresistente tabletten, tabletten met gereguleerde afgifte en tabletten met een vieze smaak hebben iets gemeen, wat?
Een aerosol in een geneesmiddel dat je altijd moet ... voor gebruik.
Geneesmiddelen kunnen blijven hangen in de slokdarm, welke waarschuwingssticker plak je erbij?

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de patiënten ervaart problemen bij een het gebruik van geneesmiddelen. (Dit ontdek je bij een tweede uitgifte)
A
20%
B
35%
C
50%
D
65%

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Pseudo-) dubbelmedicatie
Dubbelmedicatie:
Het gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen met dezelfde samenstelling en in dezelfde toedieningsvorm


Pseudodubbelmedicatie:
Het gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen, met verschillende samenstelling en/of in verschillende toedieningsvorm, met eenzelfde farmacotherapeutische werking

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat afwijkend gebruik, aansluitend gebruik, therapietrouw betekenen. Schrijf dit op een (post-it) briefje en maak er een foto van.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een dubbelmedicatie en een pseudodubbelmedicatie?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

  • Waarom de apotheek medicijngebruik begeleidt en bewaakt
  • Wat NAN betekent
  • Welke hulpmiddelen je in kan zetten bij medicatiebewaking
  • Waardoor over of onder gebruik van geneesmiddelen ontstaat
  • Wat de begrippen dubbelmedicatie en pseudodubbelmedicatie inhouden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenvatting van hoofdstuk 8

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies