Chemie van de ziel - Les 1

Chemie van de ziel
Salvador Dalí, 1954

Sigmund Freud 'vader van psychoanalyse', 1921 (ingekleurd)

Frida Kahlo, 1932
Louise Bourgeois, 1999
Dora Maar, 1935
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chemie van de ziel
Salvador Dalí, 1954

Sigmund Freud 'vader van psychoanalyse', 1921 (ingekleurd)

Frida Kahlo, 1932
Louise Bourgeois, 1999
Dora Maar, 1935

Slide 1 - Tekstslide

Njideka Akunyili Crosby, 2012
Nan Goldin, 1991
Joseph Beuys, 1976
Duane Michals, 1970
Christopher Nolan, 2020

Slide 2 - Tekstslide

  • Je leert dat er veel verschillende manieren zijn om naar het thema Chemie van de ziel te kijken. 
  • Je leert van andere kunstenaars hoe zij dit thema in hun werk gebruiken/interpreteren. 
  • Je leert een eigen, onderbouwde keuze te maken voor een invalshoek. 
  • Je leert je thema onderzoeken, o.a. door te experimenteren. 

doelen

Slide 3 - Tekstslide

  • Door bij jezelf na te gaan hoe jij tegen de ziel aankijkt (wat is jouw visie? Wat wil jij laten zien?)
  • Door te leren van kunstenaars: hoe keken/kijken zij naar de ziel? En wat kun jij van hen lenen/gebruiken/pikken? (vermeld je bronnen)
  • Door je thema vorm te geven met behulp van materialen en technieken die bij jouw visie op het thema passen
In je eindwerkstuk laat je een eigen visie zien en de vaardigheid je idee (onzichtbaar) in materie (zichtbaar, tastbaar) vorm te geven. Inhoud en vorm hebben een duidelijke relatie met elkaar

Onderzoek het thema Chemie van de ziel op de volgende manieren:
opdracht

Slide 4 - Tekstslide

  • Aan de slag op (halve) tekenvellen die je later bundelt. (Gebruik een nummering en zet de datum erbij.
  • brainstorm/mindmap
  • vragen zonder (eenduidig) antwoord
  • verwerken van het voorgaande in kleine schetsjes/werkjes in je bundel

Onderzoek het thema Chemie van de ziel op de volgende manieren:
Vandaag, les 1:

Slide 5 - Tekstslide

  • Wat is de ziel?
  • Hebben alle levende wezens een ziel?
  • Hoe wordt je ziel aangedreven?
  • Is er iets goddelijks aan de ziel of is het pure chemie?
  • Sterft de/je ziel ooit?
Vul zelf aan ….


Vragen die geen eenduidig antwoord hebben:

Slide 6 - Tekstslide

Maak bij een aantal woorden/begrippen van de brainstorm:
  • tekeningetjes
  • vertaling in kleur
  • vertaling in materiaal
  • geschreven aantekeningen
Doe het zelfde bij minimaal één van de (niet eenduidig te beantwoorden) vragen. 

Gebruik voor beide opdrachten je bundel; ook je brainstorm/ideeën plak/schrijf je in je bundel. 


Beeldend vastleggen van ideeën:

Slide 7 - Tekstslide

  • Wat ging goed/minder goed deze les?
  • Wat lijkt je leuk, wat lijkt je moeilijk aan de nieuwe opdracht?
  • Wat wil je volgende les leren/doen?

Schrijf de antwoorden op de reflectie vragen in je bundel.



Reflectie en afsluiten:

Slide 8 - Tekstslide

Les 2; 2 december
Terugblik op beoordeling
Freud en de ziel
een aantal opdrachten om uit te kiezen (of om allemaal te doen)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

deel-opdrachten
  1. maak een serie foto's in relatie tot het thema
  2. maak een collage van (zelfgemaakte) foto's, tekeningen en evt. andere toevoegingen
  3. maak zogenaamde 3D-schetsen (klei, stof, gevonden voorwerpen, etc.) die verband houden met het thema 
  4. werk op of met kranten

Slide 12 - Tekstslide

bij 1. foto's maken
je maakt een serie foto's met onderlinge samenhang (sequentie) in relatie tot het thema

de samenhang kan de sfeer zijn, het object dat je fotografeert, bepaalde vormgevingsaspecten

je benadert je thema op een andere manier en onderzoekt nieuwe mogelijkheden


Slide 13 - Tekstslide

bij 2: collage maken
je maakt een collage van (zelfgemaakte) foto's, tekening en evt andere toevoegingen in relatie tot het thema

je combineert verschillende beelden en materialen tot een nieuw geheel

je geeft ruimte aan het toeval en laat een teveel aan controle los

Slide 14 - Tekstslide

bij 3: 3D schetsjes maken
je maakt kleine, snelle 3D vormpjes/objectjes in bv klei, stof, draad, gevonden materiaal/voorwerpen, etc.

je onderzoekt het thema op een andere manier dan op 2-dimensionale wijze

je leert in materie/materiaal te denken

Slide 15 - Tekstslide

4. werk met of op kranten
je gebruikt een krant als ondergrond voor een tekening, schildering, collage of een combinatie van dat alles

het krantenpapier is zelf een element in het beeld waarop jij kunt reageren (inhoudelijk/formeel)

je leert een te strakke regie los te laten en beeldend gebruik te maken van wat er al is

Slide 16 - Tekstslide

aanvulling
weet wat er van je verwacht wordt; stel jezelf doelen

werk in alle gevallen snel en schetsmatig; houd een logboek bij!



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link



(louise bourgois, berlinde de bruyckere, jean dubuffet, nikki de st phalle, emery blagdon, charles dellschau, çarla cuboit, etc)

Slide 19 - Tekstslide

laat je inspireren door voorbeelden uit de beeldende kunst

vermeld je bronnen bij je verschillende studies


(louise bourgois, berlinde de bruyckere, jean dubuffet, nikki de st phalle, emery blagdon, charles dellschau, çarla cuboit, etc)

Slide 20 - Tekstslide