IMYC Aanpassingsvermogen les 1 (zonder film)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).

  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC AANPASSINGSVERMOGEN
Vluchtelingen
Les 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


IMYC


Aanpassingsvermogen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aanpassingsvermogen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Aanpassingsvermogen betekent: hoe goed jij je kunt aanpassen als jouw omstandigheden zijn veranderd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC aanpassingsvermogen bij Nederlands gaat over vluchtelingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC aanpassingsvermogen bij Nederlands gaat over 

Hoe gevluchte kinderen in Nederland zich moeten aanpassen aan een nieuwe omgeving.  

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit :
Elk jaar komen er mensen uit andere landen naar Nederland op zoek naar veiligheid. Omdat ze moeten vluchten vanwege oorlog en geweld, of omdat ze bijvoorbeeld vervolgd worden vanwege hun godsdienst of politieke overtuiging. Voor vluchtelingen is Nederland nog nieuw en onbekend. Bijvoorbeeld de taal, de gewoontes en het klimaat.
Maar niet alleen vluchtelingen moeten wennen. Ook bij Nederlanders zijn er soms vooroordelen die ervoor zorgen dat sommige mensen negatief denken over vluchtelingen. Zij geloven bijvoorbeeld dat veel vluchtelingen crimineel zijn, of dat ze alleen komen omdat Nederland een rijk land is. Aan de andere kant zijn er veel mensen die vluchtelingen met open armen ontvangen en hun best doen om vluchtelingen zich thuis te laten voelen.
Er zijn veel vooroordelen, (stereotypen) en meningen: welke hoor je allemaal over vluchtelingen? Daar ga je in deze lessen naar kijken.

Opdracht: Kennisoogst
Je schrijft op het blaadje dat je hebt ontvangen zoveel mogelijk dingen op waar een gevlucht kind in Nederland zich allemaal aan moet aanpassen om in zijn nieuwe omgeving te kunnen leven. 

Het blaadje lever je met je naam in. 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


DOELEN IMYC 13 LESSEN:
LEERDOELEN; NA 13 LESSEN
1. Je kent het begrip vluchteling
2. Je kent de verschillende redenen waarom mensen vluchten.
3. Je kunt zelfstandig informatie opzoeken met gebruik van de juiste bronnen.
4. Je kunt het verschil benoemen tussen je eigen leven en dat van een vluchteling.
5. Je kunt informatie, gedachten, meningen en emoties verwoorden doormiddel van het schrijven van teksten op een muurkrant. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1 Film

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie
Wat denk je dat dit is? Welke dingen hebben hier allemaal mee te maken?  

Slide 12 - Tekstslide

Migratie is de verplaatsing van (groepen) mensen van de ene plaats naar de andere. Mensen migreren bijvoorbeeld om in een ander land te gaan werken. Of omdat zij op de vlucht zijn voor oorlog.
Soorten migratie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoel:


– Je kunt uitleggen wat migratie is en wat migratiedoelen zijn. 
– Je weet het verschil tussen een migrant, een asielzoeker en een vluchteling.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Jullie krijgen per tweetal een blad met begrippen en definities (uitleg van begrippen).
Zoek samen met je maatje de juiste setjes bij elkaar.  
Horen ze bij elkaar, dan zet je er een verbindingsstreep tussen.


timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede antwoorden
Bespreken van de goede antwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag

– Wie heeft er familie uit het buitenland?
– Waarom zijn ze naar Nederland gekomen? Of naar het buitenland
gegaan?

Slide 17 - Tekstslide

Sommige mensen denken dat er de laatste jaren meer migratie naar Europa is, maar dat beeld klopt niet. Migratie is al eeuwenoud. Door de eeuwen heen
zijn mensen zich steeds meer gaan verplaatsen, waardoor mensen nu over de hele aarde verspreid zijn. Mensen voelden zich bijvoorbeeld aangetrokken tot een bepaalde plek of zijn verdreven van de plek waar ze woonden. Het aantal mensen op aarde neemt in de toekomst verder toe, dus de verwachting is dat er ook migratie zal blijven plaatsvinden.

Al eeuwenlang verplaatsen mensen zich over de hele wereld. Het verplaatsen van personen over een grens om daar te gaan wonen, noemen we migratie. Vluchten is dus een vorm van migratie. 
Push- en Pullfactoren
Er zijn verschillende redenen voor mensen uit het buitenland om zich als immigrant in Nederland te willen vestigen. Zij hebben allemaal hun eigen redenen om te besluiten naar Nederland te komen of te verhuizen naar een ander land.

Welke redenen kun jij bedenken?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak in je tweetal de laatste opdracht in je boekje. 
We bespreken zo de antwoorden.


timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat weet je nu dat je nog niet wist?
  3. Welke nieuwe woorden hebben we vandaag geleerd over het aanpassingsvermogen van vluchtelingen? (woordmap)
  4. Hoe ging het vandaag?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies