IMYC Aanpassingsvermogen les 2#

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC AANPASSINGSVERMOGEN
Vluchtelingen
Les 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Terugblik


Aanpassingsvermogen
Migratie
Migratiemotieven




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC aanpassingsvermogen bij Nederlands gaat over 

Hoe gevluchte kinderen in Nederland zich moeten aanpassen aan een nieuwe omgeving.  

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit :
Elk jaar komen er mensen uit andere landen naar Nederland op zoek naar veiligheid. Omdat ze moeten vluchten vanwege oorlog en geweld, of omdat ze bijvoorbeeld vervolgd worden vanwege hun godsdienst of politieke overtuiging. Voor vluchtelingen is Nederland nog nieuw en onbekend. Bijvoorbeeld de taal, de gewoontes en het klimaat.
Maar niet alleen vluchtelingen moeten wennen. Ook bij Nederlanders zijn er soms vooroordelen die ervoor zorgen dat sommige mensen negatief denken over vluchtelingen. Zij geloven bijvoorbeeld dat veel vluchtelingen crimineel zijn, of dat ze alleen komen omdat Nederland een rijk land is. Aan de andere kant zijn er veel mensen die vluchtelingen met open armen ontvangen en hun best doen om vluchtelingen zich thuis te laten voelen.
Er zijn veel vooroordelen, (stereotypen) en meningen: welke hoor je allemaal over vluchtelingen? Daar ga je in deze lessen naar kijken.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 
Maak de eerste opdracht op je werkblad 
Opdracht 1: Wat was wat ook alweer? Weet jij het nog? Vul de juiste antwoorden in. 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 
We bespreken de juiste antwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoel:


– Je weet het verschil tussen een migrant, een asielzoeker en een vluchteling.
- Je weet het verschil tussen migratiemotieven en vluchtmotieven.
- Je kent de verschillende vluchtmotieven. 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Wat is het verschil tussen een vluchteling en andere soorten migranten? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vier redenen om te vluchten

Politieke motieven: oorlog, geen vrijheid van meningsuiting.
Sociale motieven: straf door geloof, geaardheid en/of ras.
Economische motieven: werkloosheid, armoede.
– Ecologische motieven: droogte, hongersnood, aardbeving,
overstroming.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden laten noemen/ laten beschrijven wat hiermee wordt bedoeld. 
Opdracht:
Maak opdracht 2 van je werkblad. 
Geef aan welke redenen (motieven) er op het werkblad worden bedoeld. 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede antwoorden
Bespreken van de goede antwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen
Op het blad staan twee woordenwolken met begrippen: 
1. Migranten
2. Vluchtelingen

Schrijf bij beide begrippen zoveel mogelijk woorden/ informatie die je de afgelopen twee lessen hebt geleerd. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Sommige mensen denken dat er de laatste jaren meer migratie naar Europa is, maar dat beeld klopt niet. Migratie is al eeuwenoud. Door de eeuwen heen
zijn mensen zich steeds meer gaan verplaatsen, waardoor mensen nu over de hele aarde verspreid zijn. Mensen voelden zich bijvoorbeeld aangetrokken tot een bepaalde plek of zijn verdreven van de plek waar ze woonden. Het aantal mensen op aarde neemt in de toekomst verder toe, dus de verwachting is dat er ook migratie zal blijven plaatsvinden.

Al eeuwenlang verplaatsen mensen zich over de hele wereld. Het verplaatsen van personen over een grens om daar te gaan wonen, noemen we migratie. Vluchten is dus een vorm van migratie. 

Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat weet je nu dat je nog niet wist?
  3. Welke nieuwe woorden hebben we vandaag geleerd over het aanpassingsvermogen van vluchtelingen? (woordmap)
  4. Hoe ging het vandaag?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies