In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 3: Biodiversiteit
Slide 1 - Tekstslide
Wat leren we in deze les?
- Je begrijpt wat bedoeld wordt met biodiversiteit.
- Je kunt uitleggen hoe een ecosysteem tot stand komt.
- Je kunt illustreren waarom de biodiversiteit belangrijk is.
- Je kunt illustreren hoe de mens de biodiversiteit beïnvloedt.
- Je kunt enkele voorbeelden geven hoe de mens de biodiversiteit vooruit kan helpen.
Slide 2 - Tekstslide
Biodiversiteit
Slide 3 - Tekstslide
Biodiversiteit
Bekijk de video in de volgende slide.
Er komen af en toe enkele vragen, daarna kun je verder kijken naar de video.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Biodiversiteit
Nu heb je geleerd dat biodiversiteit een ander woord is voor de verscheidenheid aan leven op aarde.
- bij een grote diversiteit leven er veel verschillende organismen bij elkaar.
- bij een lage biodiversiteit leven er weinig verschillende organismen bij elkaar.
Slide 6 - Tekstslide
Ecosysteem
Een ecosysteem wordt gevormd door alle biotische en abiotische factoren samen die een invloed op elkaar uitoefenen.
Elke biotoop (bos, strand, vijver ...) op zich vormt een ecosysteem.
Slide 7 - Tekstslide
Biodiversiteit op 3 niveaus
variatie variatie variatie
aan alle soorten aan organismen aan alle
organismen op aarde in één soort ecosystemen
op aarde
Slide 8 - Tekstslide
Biodiversiteit
Bekijk de video in de volgende slide.
Probeer uit de video te onthouden hoe de mens een invloed heeft op de biodiversiteit.
Slide 9 - Tekstslide
00:36
Biodiversiteit kan je dus ook zien als...
(parapluterm = woord dat verschillende zaken omvat)
A
een parapluterm voor alle bloemen en planten.
B
een parapluterm voor alle verschillende soorten die we op aarde hebben.
C
een parapluterm voor alle wat niet kan overleven op aarde.
D
een parapluterm voor alle dieren.
Slide 10 - Quizvraag
01:02
Welk nu heeft de regenworm?
A
hij houdt de grond vruchtbaar
B
hij gooit voor jou afval weg
C
hij produceert zuurstof
D
hij doodt andere insecten
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Zijn de volgende stellingen juist of fout?
Slide 13 - Tekstslide
Er zijn miljoenen soorten levende wezens op aarde.
A
juist
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Hoe minder biodiversiteit hoe beter voor de mens.
A
juist
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Exotische planten zijn nodig om medicijnen te maken.
A
juist
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Het aantal wilde dieren populaties is met 60% verminderd.
A
juist
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
Het aantal insecten is met 65% verminderd.
A
juist
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
UITGESTORVEN
BEDREIGD
OK
Slide 19 - Sleepvraag
01:02
Waarom zijn planten belangrijk voor ons?
A
ze zorgen voor CO²
B
ze zijn mooi
C
ze zorgen voor zuurstof
D
ze zijn niet belangrijk
Slide 20 - Quizvraag
00:36
Wat betekent diversiteit?
A
levendigheid
B
veel
C
weinig
D
afwisseling, verschil, verscheidenheid
Slide 21 - Quizvraag
00:36
Wat betekent 'bio' (uit biodiversiteit)?
A
leven
B
puur
C
landschap
D
beschermd
Slide 22 - Quizvraag
00:36
Een ecosysteem of oecosysteem is een natuurlijk systeem dat bestaat uit alle organismen die in een bepaald gebied voorkomen, samen met hun abiotische omgeving, en de wisselwerkingen tussen beide.