Thema 6 Arm en Rijk Blok 1

Thema 6 Arm en Rijk
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Arm en Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deeltaak 6, week 1, les 1
Wat gaan we doen deze les?
  • 1 Blik agenda invullen
  • Waar gaat thema 6 over? 
  • Bouwstenen  Blok 1 
  • 3 Op reis Buthan. Een arm maar gelukkig land
  • Zelfstandig werken met de bouwstenen. 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

1blik agenda
Dinsdag 22 mei/ Donderdag 24 mei
Maken: Thema 6 Blok 1 Bouwsteen 1 t/m 16
Opdracht: 1 t/m 7, 10, 12, 13, 14, 15 , 16a, 19a, 20, 21abde, 26
Leren: Kennen en kunnen en begrippen Blok 1  

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen Blok 1
Wat leer je in blok 1?

  •  De vier basisbehoeften en hoe deze gemeten worden
  • Je kan uitleggen wat het verschil is tussen kwalitatieve en kwantitatieve ondervoeding
  • Je kan een omschrijving geven van de huisvesting in arme landen
  • Je kan meerdere redenen noemen waarom mensen in arme landen veel kinderen krijgen.
  • Je kan uitleggen wat het geboorte- sterfte en zuigelingensterfte cijferhoudt. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat versta jij onder
armoede?

Slide 5 - Woordweb

Kijken: Drie op reis in de klas Buthan

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Grote verschillen
Armoede is een relatief begrip =>
Armoede in Nederland is anders dan armoede in Senegal. 

Armoede wordt bepaald door de mate waarin iemand kan voorzien in zijn basisbehoeften.

Slide 8 - Tekstslide

Basisbehoefte 1: Voedsel
In arme landen hebben mensen regelmatig te weinig voedsel en/of er zijn hongersnoden. 
Te weinig voedsel=kwantitatieve ondervoeding 

(kwantiteit=hoeveelheid)

Slide 9 - Tekstslide

Basisbehoefte 1: Voedsel
In sommige  landen hebben mensen voldoende voedsel maar ze eten teveel van hetzelfde voedsel. Bijvoorbeeld alleen mais of rijst
Te weinig gevarieerd voedsel=kwalitatieve ondervoeding 


Slide 10 - Tekstslide

Basisbehoefte 2: Huisvesting
Iedereen heeft onderdak nodig. 
Wat is een goed huis?
  • Een stevig gebouwd huis.
  • Voldoende ruimte.
  • Een toilet en afvoer.
  • Een kraan met schoon water

Slide 11 - Tekstslide

Basisbehoefte 2: Huisvesting
In veel landen trekken mensen naar de steden op zoek naar werk => Hoe heeft dit verschijnsel ookalweer? 

Veel mensen bouwen zelf woningen van afvalmaterialen in de buurt van de stad, zo onstaan enorme sloppenwijken.  

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag! 
Ga aan het werk met de bouwstenen. Je kan de bouwstenen via je telefoon bekijken.  Kijk goed of je een bouwsteen 'beheerst'
De eerste 15 minuten werken we zelfstandig.  
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Thema 6 Blok 1 Les 2 en 3
  • Even herhalen
  • Uitleg blok 1 
  • Zelfstandig werken aan de bouwstenen 
  • Geoclip Arm en Rijk 
  • Quizlet Live 
  • Werken aan de PO

Slide 15 - Tekstslide

Als iemand alleen hamburgers bij McDonalds eet is dat erg ongezond. Dit is een voorbeeld van:
A
Kwalitatieve ondervoeding
B
Kwantitatieve ondervoeding
C
Vitamine ondervoeding
D
Algemene ondervoeding

Slide 16 - Quizvraag


De kinderen op deze foto hebben te maken met
A
Ondervoeding
B
Kwalitatieve ondervoeding
C
Kwantitatieve ondervoeding

Slide 17 - Quizvraag

In sloppenwijken leven mensen in zelfgebouwde huizen. Welk probleem doet zich daar voor?
A
Problemen met veiligheid
B
Problemen met het riool
C
Problemen met schoon drinkwater
D
Alle eerder genoemde voorbeelden.

Slide 18 - Quizvraag

Basisbehoefte 3: Gezondheidszorg
Slechte voeding en huisvesting maken dat mensen sneller ziek worden.
  • In arme landen zijn minder artsen per inwoner. 
  • De afstand naar het ziekenhuis is groot
  • Mensen weten niet goed wanneer ze naar een arts moeten gaan.
  • Kennis over het voorkomen van ziektes (zoals Aids) is onvoldoende

Slide 19 - Tekstslide

Basisbehoefte 4: Onderwijs
Er zijn onvoldoende docenten en scholen. Gevolg =>In arme landen zijn veel mensen analfabeet. 

Voorlichting over ziektes, het leren van een beroep, het leren over bijvoorbeeld landbouw is erg lastig als iemand niet kan lezen. Onderwijs is dus erg belangrijk om armoede tegen te gaan. 

Slide 20 - Tekstslide

Veel kinderen
In arme landen krijgen mensen veel kinderen omdat:

  1. Kinderen kunnen geld verdienen voor het gezin
  2. Kinderen kunnen later voor hun ouders zorgen
  3. Veel kinderen geeft 'status' en aanzien.
  4. Er worden weinig voorbehoedsmiddelen gebruikt omdat deze duur zijn of omdat het geloof dit niet toestaat.
  5. De kinderstefte is hoog en daardoor nemen ouders 'extra' kinderen 

Slide 21 - Tekstslide

Vergelijken
Geboortecijfer = Het aantal geboortes per 1000 inwoners  
Sterftecijfer = Het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners
Geboorteoverschot Wanneer er meer mensen geboren worden dan sterven 
 (Geboortecijfer - Sterftecijfer = Geboorteoverschot) 
 
Zuigelingensterfte is het aantal kinderen dat sterft voordat het 1 jaar wordt. 

Slide 22 - Tekstslide

Armoede in  ontwikkelingslanden
  • Hoge werkloosheid => urbanisatie
  • Onvoldoende schoon drinkwater en sanitair => veel ziektes
  • Onvoldoende voedsel of onvoldoende afwisselende voeding.
  • Weinig scholen => hoog analfabetisme => weinig hoogopgeleiden.
  • Hoger geboorte dan sterftecijfer => de bevolking groeit heel hard=> grote druk op voedselproductie, tekort aan woningen etc. 

Slide 23 - Tekstslide

Welvaart en welzijn 
Welvaart is de mate waarin je in je (materiële)  behoeften kan voorzien. Denk aan voedsel, meubels etc. 
Welzijn is de mate waarin je in je gelukkig bent en hoe prettig de levensomstandigheden zijn. Dus heb je vrienden en familie? Ben je gelukkig?  Voel je je veilig? Welzijn is lastig te meten maar we kennen wel de Happy Planet Index (HPI)

Als mensen arm zijn zijn ze dus niet persé ongelukkig. Denk aan 3 op Reis over Buthan! 

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag! 
Ga aan het werk met de bouwstenen. Je kan de bouwstenen via je telefoon bekijken. Kijk goed of je een bouwsteen 'beheerst'

De eerste 15 minuten werken we zelfstandig. Daarna werk je met je werkmaatje en werk je samen aan de bouwstenen. .  
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Lesuur 3
1. Quizlet live!

2. Ga aan het werk met de bouwstenen of je PO. Je kan de bouwstenen via je telefoon bekijken. Kijk goed of je een bouwsteen 'beheerst'

 Stel gerust vragen aan ons! 


Slide 27 - Tekstslide

Wat heb jij allemaal geleerd deze week?

Slide 28 - Open vraag

Wat heb je nog niet zo goed begrepen en waar wil je nog graag meer uitleg over?

Slide 29 - Open vraag