Sectoren en beroepen les 4
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
plant en dier
techniek
onderwijs en pedagogiek
transport en techniek
de loodgieter
de hovenier
de verhuizer
de docent
Slide 6 - Sleepvraag
administratie
persoonlijke verzorging
ICT
zorg
de
schoonheids-specialist
de juridisch medewerker
de verpleeg-kundige
de program-meur
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
A
de kok
B
de serveerster, de ober
C
de hotelmanager
D
de steward, de stewardess
Slide 13 - Quizvraag
A
de ober, de serveerster
B
de hotelmanager
C
de steward, de stewardess
D
de kok
Slide 14 - Quizvraag
A
de hotelmanager
B
de kok
C
de steward, de stewardess
D
de serveerster, de ober
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
A
de stratenmaker
B
de timmerman
C
de schilder
D
de metselaar
Slide 21 - Quizvraag
A
de timmerman
B
de stratenmaker
C
de schilder
D
de metselaar
Slide 22 - Quizvraag
A
de timmerman
B
de stratenmaker
C
de schilder
D
de metselaar
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
A
de fotograaf
B
de muzikant
C
de meubelmaker
D
de acteur, de actrice
Slide 29 - Quizvraag
A
de acteur, de actrice
B
de muzikant
C
de meubelmaker
D
de fotograaf
Slide 30 - Quizvraag
A
de acteur, de actrice
B
de muzikant
C
de meubelmaker
D
de fotograaf
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
de schilder
A
horeca en gastvrijheid
B
bouw en infra
C
creativiteit
Slide 33 - Quizvraag
de fotograaf
A
horeca en gastvrijheid
B
bouw en infra
C
creativiteit
Slide 34 - Quizvraag
de steward,
de stewardess
de stewardess
A
bouw en infra
B
horeca en gastvrijheid
C
creativiteit
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan vier sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
Ik kan vier sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
A
Ik kan drie sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
B
Ik kan twee sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
C
Ik kan één sector noemen en bij die sector een beroep.
Slide 40 - Quizvraag
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
A
ja
B
een beetje
C
nee
