Sectoren en beroepen les 5
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
horeca en gastvrijheid
bouw en infra
creativiteit
transport en logistiek
de metselaar
de ober, de serveerster
de verhuizer
de acteur,
de actrice
Slide 6 - Sleepvraag
horeca en gastvrijheid
bouw en infra
creativiteit
transport en logistiek
de stratenmaker
de kok
de pakket-bezorger
de fotograaf
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
A
de conciërge
B
de facilitair manager
C
de schoonmaker
D
de vuilnisman
Slide 13 - Quizvraag
A
de conciërge
B
de facilitair manager
C
de schoonmaker
D
de vuilnisman
Slide 14 - Quizvraag
A
de vuilnisman
B
de facilitair manager
C
de schoonmaker
D
de conciërge
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
A
de verslaggever
B
de presentator
C
de journalist
D
de vormgever
Slide 21 - Quizvraag
A
de presentator
B
de verslaggever
C
de journalist
D
de vormgever
Slide 22 - Quizvraag
A
de verslaggever
B
de presentator
C
de journalist
D
de vormgever
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
A
de beveiliger
B
de ambulancemedewerker
C
de politieagent
D
de brandweerman
Slide 29 - Quizvraag
A
de brandweerman
B
de beveiliger
C
de politieagent
D
de ambulancemedewerker
Slide 30 - Quizvraag
A
de beveiliger
B
de ambulancemedewerker
C
de politieagent
D
de brandweerman
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
de ambulance-
medewerker
medewerker
A
media
B
handhaving en veiligheid
C
schoonmaak en facilitaire dienstverlening
Slide 33 - Quizvraag
de journalist
A
media
B
handhaving en veiligheid
C
schoonmaak en facilitaire dienstverlening
Slide 34 - Quizvraag
de vuilnisman
A
media
B
handhaving en veiligheid
C
schoonmaak en facilitaire dienstverlening
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan drie sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
Ik kan drie sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
A
Ik kan drie sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
B
Ik kan twee sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
C
Ik kan één sector noemen en bij die sector een beroep.
Slide 40 - Quizvraag
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
A
ja
B
een beetje
C
nee
