Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Katern 1 Schaarste en Ruil
Wat gaan we doen deze les
Kennismaking
checken van voorkennis
Uitleg van boek en werkwijze
behandelen paragraaf 1.1
1 / 53
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
53 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen deze les
Kennismaking
checken van voorkennis
Uitleg van boek en werkwijze
behandelen paragraaf 1.1
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
The forgetting curve
Slide 3 - Tekstslide
The forgetting curve
- Absentie kan voor problemen zorgen. Het tempo ligt hoog!
- Vergeten vs onthouden:
Slide 4 - Tekstslide
Hoe werkt het?
Binnenkomen spullen op tafel en daarna gezellig even kletsen
Telefoon in de kluis/tas, niet op tafel
Eten en drinken doe je in de pauze.
Als je iets niet begrijpt, stel een vraag.
Huiswerk wordt gemaakt.
Slide 5 - Tekstslide
Wat weten we nog van vorig jaar?
Slide 6 - Tekstslide
Welk begrip past bij de volgende omschrijving? "De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien"
A
Behoeften
B
Economie
C
Prioriteiten
D
Welvaart
Slide 7 - Quizvraag
Welk begrip geeft de verhouding tussen de euro en een vreemde valuta aan?
A
Krediet
B
Provisie
C
Valuta
D
Wisselkoers
Slide 8 - Quizvraag
Wat is chartaal geld?
A
Geld dat bestaat uit munten en bankbiljetten
B
Geld dat op je betaalrekening staat
C
Geld dat op je spaarrekening staat
D
Alleen muntgeld
Slide 9 - Quizvraag
Een docent werkt in de ...
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertaire sector
D
Quartaire sector
Slide 10 - Quizvraag
Van wie komt de vraag naar arbeid?
A
De beroepsbevolking
B
De werkgevers
C
De werknemers
D
De werklozen
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent btw betaal je in Nederland op voedsel?
A
3%
B
6%
C
9%
D
21%
Slide 12 - Quizvraag
Inflatie kan verschillende oorzaken hebben. Wat is een mogelijke oorzaak van inflatie?
A
De lonen worden dit jaar niet verhoogt
B
De btw-tarieven blijven gelijk
C
Het aanbod van producten stijgt
D
De vraag naar goederen en diensten neemt toe
Slide 13 - Quizvraag
Hoe hoog was de inflatie in augustus 2022?
A
8,5 %
B
10%
C
9%
D
12%
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Hoe noem je de lening voor het kopen van een huis?
A
Salariskrediet
B
Hypothecaire lening
C
Doorlopend krediet
D
Persoonlijke lening
Slide 16 - Quizvraag
In de zomervakantie hadden schaatsenverkopers weinig tot geen werk. Deze werkloosheid noem je ...
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Regionale werkloosheid
Slide 17 - Quizvraag
Als je salaris krijgt dan ontvang je op je rekening ...
A
Brutoloon
B
Nettoloon
C
Premie
D
Bedrijfskosten
Slide 18 - Quizvraag
Wat is geen productiefactor?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Loon
D
Natuur
Slide 19 - Quizvraag
Aan de slag
Blader eerst eens je boek door om te kijken wat je allemaal krijgt dit schooljaar.
Slide 20 - Tekstslide
Pincode
Periodeplanner
Basisopdrachten.
Herhalingsopdrachten.
Integratieopdrachten.
Verrijkingsopdrachten
Slide 21 - Tekstslide
Belangrijk! (PW / SO /Opdrachten)
Antwoord altijd in hele zinnen, FORMULEREN.
Schrijf altijd je berekeningen op.
Antwoord een meerkeuze vraag altijd met een hoofdletter.
Gebruik de juiste symbolen zoals: %, $, €
Rond antwoorden correct af. Mensen op gehele getallen, geld op twee decimalen, procenten op een decimaal en alle overige getallen op een decimaal.
Slide 22 - Tekstslide
Katern 1
1.1 Keuzes maken
Slide 23 - Tekstslide
Als de middelen (geld) beperkt zijn.
Budget
Begroting
Hoe ziet een begroting er uit?
Slide 24 - Tekstslide
1 t/m 14
de rest van de les
Boek en schrift
Rekenmachine
Check de leerdoelen op blz. 8
opdrachten die niet af zijn, zijn huiswerk voor morgen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Wat is een budgetlijn?
Slide 27 - Open vraag
Samen maken opdracht 19
Slide 28 - Tekstslide
Fles drinken €2
Zakje chips €1
Hoe groot is het budget bij de paarse budgetlijn?
Wat gebeurt er met het budget bij de groene lijn?
Gebruikt persoon B zijn volledige budget?
Slide 29 - Tekstslide
Maken opdrachten
20 en 23 en herhalingsopdracht 2
Slide 30 - Tekstslide
1.3 het meten van koopkracht
Slide 31 - Tekstslide
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel inkomsten je hebt
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen
C
Hoeveel spaargeld je hebt
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Video
Koopkracht
Wat gebeurt er met de prijzen en met je inkomen? Dit bepaalt wat er gebeurt met je koopkracht.
Prijzen van producten veranderen regelmatig. Om die veranderingen te vergelijken, gebruik je indexcijfers
Slide 34 - Tekstslide
Indexcijfer berekenen
Indexcijfer = Waarde in een bepaald jaar/ waarde van het basisjaar x 100
Slide 35 - Tekstslide
Bereken de nieuwe reeks met indexcijfers indien 2008 het nieuwe basisjaar wordt
Slide 36 - Open vraag
Maken opdrachten
25 en 26
Slide 37 - Tekstslide
Wat is koopkracht?
Slide 38 - Tekstslide
Wat is inflatie en deflatie?
Wat is een nadeel van deflatie?
Slide 39 - Tekstslide
Lees bladzijde 28
Slide 40 - Tekstslide
Nominaal en reëel inkomen
Nominaal inkomen
: het inkomen dat je in euro's verdient.
Reëel inkomen
: de koopkracht van je inkomen.
Voorbeeld:
Het
nominale
inkomen stijgt met 5% en inflatie is 3%.
--> Met hoeveel stijgt het
reële
inkomen?
Slide 41 - Tekstslide
RIC = (106/102,5)x100 = 103,4
De koopkracht is met 3,4% gestegen ten opzichte van het basisjaar.
Slide 42 - Tekstslide
maken opdrachten
25 t/m 32
Slide 43 - Tekstslide
Nakijken opdracht 25, 27 en 28
Checken van de doelen op blz. 33
Slide 44 - Tekstslide
1.4 arbeidsdeling en specialisatie
Slide 45 - Tekstslide
Wat is arbeidsdeling?
Slide 46 - Open vraag
Wat is specialisatie?
Slide 47 - Open vraag
Schema productiefactoren op het bord
Neem dit schema over in je schrift.
Slide 48 - Tekstslide
Maken opdrachten
35, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 en 47
Slide 49 - Tekstslide
Lezen blz. 38 en 39 in stilte.
onderstreep de belangrijke dingen.
Slide 50 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
A
De productie per machine in een bepaalde tijd
B
De productie per bedrijf
C
De productiviteit van een werknemer in de pauze
D
De productie per werknemer in een bepaalde tijd
Slide 51 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen kapitaalintensief produceren en arbeidsintensief produceren?
Slide 52 - Open vraag
Nakijken opdrachten
35
38 t/m 40
46
Slide 53 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H1.4 Wordt alles duurder
September 2022
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.4 Het boodschappenmandje van het CBS
Augustus 2018
- Les met
42 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
H 1.3 Koopkracht
September 2019
- Les met
46 slides
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
De koopkracht van je inkomen
Januari 2019
- Les met
18 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo
1.3 De prijzen rijzen de pan uit!
Augustus 2018
- Les met
41 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
powercollege 5_inflatie en koopkracht
December 2022
- Les met
25 slides
Maatschappijwetenschappen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
17.1 Inflatie en deflatie
20 dagen geleden
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
§ 1.3 Inflatie
Mei 2022
- Les met
40 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4