Werkwoordspelling Havo 3

Welkom!
Dif-uur
mw. Schiffelers
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Dif-uur
mw. Schiffelers

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
Persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Persoonsvorm in verleden tijd

Hoe en wanneer moet ik 't kofschip gebruiken? Wat is dat? Wanneer STAM + T?

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:
1. STAM
2. STAM + T
3. Hele werkwoord (STAM + EN)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden:

Slide 5 - Tekstslide

Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?

2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...

3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.

4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijdt tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n moeilijk boek bestelt?

Slide 7 - Tekstslide

Dan nu:
De werkwoordspelling in de verleden tijd!


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Dus:
     Zit de laatste letter van de STAM van het werkwoord WEL in 't kofschip?        schrijf dan 't' (of te / ten).

      Zit de laatste letter van de STAM van het werkwoord NIET in 't kofschip?        schrijf dan 'd' (of de / den)

Slide 10 - Tekstslide

Vul de goede werkwoordsvormen in, in de verleden tijd:
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ..,(duimen) ... Janita voor mij.
3. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 
4. Wij (verhuizen) ........vorig jaar naar Canada. (!!!)
5. Hij (durven).....niet het bos in te gaan. (!!!)

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 
4. Wij verhuisden vorig jaar naar Canada.
5. Hij durfde niet het bos in te gaan.

Slide 12 - Tekstslide

Andere werkwoordsvormen dan persoonsvorm
- infinitief (inf.) = staat in woordenboek (spelen, schrijven)
- gebiedende wijs (gb) = STAM
- onvoltooid deelwoord (ovd) = infinitief + d (e) (oppassend, spelend)
- voltooid deelwoord (vd) = Gebruik bij zwakke werkwoorden 't kofschip.
--> Oppassen = opgepasT
--> Spelen = gespeelD

Slide 13 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden die we in het Nederlands gebruiken, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn. 

In de volgende Dif-les gaan we hier verder op in!!! 

Slide 14 - Tekstslide

Van een voltooid deelwoord en een onvoltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. Spel het bn. altijd zo kort mogelijk. 
1. Peter lijkt op die vergrote (bn) foto best een klein jongetje. 
2. De gisteren gespeelde (bn) wedstrijd eindigde teleurstellend (ovd).

Slide 15 - Tekstslide

Wat is goed?
A
Het gekochtte horloge zit in mijn tas.
B
Het gekochte horloge zit in mijn tas.
C
Het gekochten horloge zit in mijn tas.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is goed?
A
De verlaten boerderij is afgebrand.
B
De verlate boerderij is afgebrand.
C
De verlatten boerderij is afgebrand.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord bijvoeglijke gebruikt in deze zin:
De (verkleden)
kinderen genoten van een grandioos tuinfeest.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord bijvoeglijke gebruikt in deze zin:
De (ontwikkelen) foto's waren overbelicht.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord bijvoeglijke gebruikt in deze zin:
Het pas (openen) sportpark heeft twee speelterreinen.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord bijvoeglijke gebruikt in deze zin:
Het (verwachten) succes bleef uit.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord bijvoeglijke gebruikt in deze zin:
Ik heb de (oplossen) puzzel ingestuurd.

Slide 22 - Open vraag

Hij lachtte (verontschuldigen, ODW)............................

Slide 23 - Open vraag

De niets (vermoeden, ODW)............soldaten werden volledig verrast.

Slide 24 - Open vraag

De (aftreden, ODW)......... voorzitter hield een (verrassen, ODW)......... toespraak.

Slide 25 - Open vraag

Einde!
Dif-uur: 
Ik zie jullie weer op di 3 okt!

Slide 26 - Tekstslide