In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Aardrijkskunde
Brugklas
§2.4
Bewoonbare aarde
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen van deze les
Je kunt de klimaten en het landschap dat daarbij hoort herkennen
Je kunt de 4 klimaten herkennen op een Klimaatdiagram
Je kunt de klimaatzones op aarde aangeven
Je weet het verschil tussen weer en klimaat
Je weet dat de bevolkingsspreiding en bevolkingsconcentratie veel met klimaat te maken heeft
Slide 2 - Tekstslide
Weer
Weer is de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment en plaats
Slide 3 - Tekstslide
Klimaat
Klimaat is het weer in een bepaald gebied over een lange periode, ongeveer 30 of 40 jaar
Klimaat diagram
Slide 4 - Tekstslide
Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur
Slide 6 - Quizvraag
Welk begrip past bij deze omschrijving? Het weer in een bepaald gebied over een lange periode, ongeveer 30 of 40 jaar
A
Neerslag
B
Temperatuur
C
Weer
D
Klimaat
Slide 7 - Quizvraag
Welk begrip past bij deze omschrijving? De temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment en plaats
A
Klimaat
B
Weer
C
Neerslag
D
Temperatuur
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek!
Slide 9 - Sleepvraag
Noem de 4 Klimaten
Slide 10 - Woordweb
Verschillende klimaten
Poolklimaat
Het is het hele jaar koud en in de zomer niet warmer dan 10°C Er valt weinig neerslag, wat er valt is meestal sneeuw
Tropisch klimaat
Het is het hele jaar warm, het is nooit kouder dan gemiddeld 18°C
Veel neerslag, soms een deel van het jaar droog
Gematigd klimaat
Gematigd, dus tussen koud en warm in
Het hele jaar of deel van het jaar neerslag
Droog klimaat
Soms is het erg heet, soms minder warm
Geen of bijna geen neerslag
Slide 11 - Tekstslide
Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
Pool klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Gematigd klimaat
Het hele jaar koud
Soms erg heet
Het hele jaar warm
Tussen warm en koud in
Slide 12 - Sleepvraag
Landschapszones
Temperatuur en wind hebben veel invloed op de landschapszones.
Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Hoe herken je klimaten?
- je kijkt naar de plantengroei
- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
- je kijkt naar de klimaatgrafiek
Even oefenen: je ziet steeds een foto met van een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.
Slide 15 - Tekstslide
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 16 - Quizvraag
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 17 - Quizvraag
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 18 - Quizvraag
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 19 - Quizvraag
A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 20 - Quizvraag
Welk klimaat heeft Nederland?
Slide 21 - Open vraag
Je weet nu de klimaten met hun landschap te combineren, knap!
Maar weet je nu ook welke klimaten je tegenkomt van de evenaar naar de noord/zuidpool?
Slide 22 - Tekstslide
Noem de klimaten die je tegenkomt van de evenaar tot de noord/zuidpool
Slide 23 - Open vraag
Klimaatdiagram
Dit is een grafiek waarin je kunt aflezen welk klimaat een plaats of gebied heeft. Je weet wat de kenmerken zijn van de verschillende klimaten en deze kenmerken zie je terug in de klimaatdiagram
Slide 24 - Tekstslide
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat
Slide 25 - Quizvraag
A
Tropisch klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 26 - Quizvraag
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat
Slide 27 - Quizvraag
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat
Slide 28 - Quizvraag
Verschillen in bevolkingsspreiding
Dunbevolkt zijn de volgende gebieden:
- teveel hoogteverschil (reliëf)
- klimaat te warm
-Klimaat te koud
- klimaat te droog
Slide 29 - Tekstslide
Bevolkingsconcentratie =?
Slide 30 - Open vraag
In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat
Slide 31 - Quizvraag
Op welk schaalniveau heb je de klimaten, landschap en bevolkingsspreiding nu bekeken in deze les?