Examentraining leesvaardigheid les 5

Examentraining leesvaardigheid
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Lees tekst 3: 'De tijd vliegt'

Examen 2018 tv1

Slide 2 - Tekstslide

Een tekst kan op verschillende manieren worden ingeleid.
 Welke twee manieren gebruikt de schrijver in alinea 1 en 2 om de tekst in te leiden?
Schrijf in de uitwerkbijlage alleen de letters op.
De schrijver
A
geeft de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
B
geeft vooraf een samenvatting van de rest van de tekst.
C
geeft haar eigen mening over het onderwerp.
D
introduceert een deskundige.

Slide 3 - Quizvraag

In alinea 1 staat dat op Schiphol 100 jaar geleden het eerste vliegtuig landde en dat er nu bijna 60 miljoen passagiers komen.
Hoe sluit alinea 2 hierop aan?
Alinea 2 gaat over
A
de beginjaren van Schiphol.
B
de ontwikkeling van Schiphol tot militaire luchthaven.
C
de verschillende passagiers die op Schiphol landen.
D
de werkzaamheden van een oud-medewerker van Schiphol.

Slide 4 - Quizvraag

In alinea 3 beschrijft Van Tuyl de sfeer op het oude Schiphol.
Hoe kijkt Van Tuyl terug op deze tijd?
A
Hij denkt met veel plezier terug aan die tijd.
B
Hij is van mening dat vroeger alles veel beter was.
C
Hij vindt dat je toen meer tijd had voor leuke dingen tijdens het werk.
D
Hij zou niet meer kunnen werken op zo’n kleine luchthaven.

Slide 5 - Quizvraag

Welk tussenkopje past het best bij de inhoud van alinea 4?
A
De functie van Schiphol
B
De groei van Schiphol
C
De verbouwing van Schiphol
D
De voorzieningen op Schiphol

Slide 6 - Quizvraag

In alinea 5 staat “Dat plan bevatte één centraal stationsgebouw waar het banenstelsel als een kompasroos omheen ligt.”
Welk plan wordt bedoeld?
het plan voor
A
de tentoonstelling over Schiphol
B
de wederopbouw van Schiphol
C
het gebruik van slurven op Schiphol

Slide 7 - Quizvraag

Wat concludeert Ruud Wever in de laatste alinea?
A
De groei van Schiphol zal ook in de toekomst doorgaan.
B
Luchthaven Schiphol kan op deze plaats niet meer groter worden.
C
Om te groeien moet Schiphol ingewikkelde machines gebruiken.
D
Op luchthaven Schiphol kun je altijd werklui en machines vinden.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste bedoeling van de schrijver van deze tekst?
De schrijver wil de lezer
A
amuseren met een verhaal over de gezelligheid die werknemers op Schiphol hebben ervaren.
B
informeren over de ontwikkelingen van Schiphol door de jaren heen.
C
overhalen om in de toekomst meer gebruik te maken van de luchthaven Schiphol.
D
waarschuwen voor de gevolgen van de vele uitbreidingen van Schiphol.

Slide 9 - Quizvraag

Lees tekst 4: 'Het leven is te leuk om bij stil te staan'

Examen 2018 tv1

Slide 10 - Tekstslide

Hier staan uitspraken over de combinatie van de foto’s en de tekst in de
advertentie. Geef bij elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.

1. De foto’s geven voorbeelden van de belangrijke momenten die in de tekst genoemd worden.
2. Je hebt alleen de foto’s nodig om de boodschap van de advertentie te begrijpen.
3. Met de foto’s probeert de reclamemaker een positieve sfeer op te roepen.
4. Op de foto’s staan mensen die door de ANWB geholpen zijn.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
A
consumenten informeren over de site van de ANWB
B
informatie geven over hoe mensen met pech de Wegenwacht kunnen bereiken
C
lezers van deze advertentie ervan overtuigen dat je belangrijke momenten niet mag missen
D
mensen overhalen om lid te worden van de Wegenwacht

Slide 12 - Quizvraag

In de advertentie staat de zin “Het leven is te leuk om stil te staan”.
Wat wordt in deze advertentie met deze zin bedoeld?
A
Blijf niet te lang treuren om zaken waar je niet bij kunt zijn of die je mist.
B
Denk niet te lang na voor je lid wordt van de Wegenwacht.
C
Word lid van de Wegenwacht zodat je geen enkele gebeurtenis door autopech hoeft te missen.
D
Zorg dat je op belangrijke momenten het nummer van de ANWB bij de hand hebt.

Slide 13 - Quizvraag