250117 grammatica zd §6 + vlogs

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen grammatica §6 (20 min)
  4. Evaluatie (3 min)
  5. Vlogs bekijken (30 min)

timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen grammatica §6 (20 min)
  4. Evaluatie (3 min)
  5. Vlogs bekijken (30 min)

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.

  • Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

  • Ik kan het onderwerp in een zin vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Drie vragen:
1. Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin:
De leerlingen uit M1b hebben een feestje voor hun mentor georganiseerd.

2. Neem onderstaande zin over en zet strepen tussen de zinsdelen. 
3. Benoem daarna de PV en het OW.

Waarom zeg jij zoiets raars?
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen grammatica §6 (20 min)
  4. Evaluatie (3 min)
  5. Vlogs bekijken (30 min)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Slide 5 - Tekstslide

werkwoordelijk gezegde (wg)
In elke zin vertel je iets over iemand/iets. Dat wat je vertelt noem je het GEZEGDE. Er zijn twee soorten.

Het wg geeft aan wat het onderwerp doet

| Papa | heeft | het hele huis | schoongemaakt. | 
                pv/wg                                            wg

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg werkwoordelijk gezegde
Let op
  • Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de pv + alle andere werkwoorden. De pv benoem je dus 2 keer: als pv én als wg
  • Als de woorden 'te' of 'aan het' vóór een werkwoord staan, horen ze bij het werkwoordelijk gezegde. 
  • Delen van splitsbare werkwoorden horen ook bij het wg. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg werkwoordelijk gezegde
Voorbeelden:

- | Hij | heeft | na het eten | de keuken | schoongemaakt. |
- | Zou | je | dat pakketje | durven te openen? |
- | Harry | is | aan het plassen. | 
- | Ik | bel | vaak | mijn oma | op | voor een kletspraatje. | 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het wg:
Emmy is spaghetti aan het eten.
A
Emmy
B
is eten
C
eten
D
is aan het eten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het wg?
Wie at alle boterhammen op?
A
Wie
B
at
C
at op
D
alle boterhammen

Slide 10 - Quizvraag

Uiteindelijk moest de generaal de aanval in de woestijn afbreken.

Slide 11 - Open vraag

Pfff, ik geef het op!

Slide 12 - Open vraag

Ik sta al heel lang op jou te wachten!

Slide 13 - Open vraag

Oefenen grammatica §6








Hoe: Je werkt alleen
Nodig: iPad
Klaar: Oefen verder via www.taaloefenen.nl > niveau 3


timer
10:00
Opdracht:
Maak online:

Cursus 5
Grammatica §4: opdracht 1 t/m 4
Grammatica §6: opdracht 1 t/m 5



Uitdagende opdracht (alleen met toestemming)
Maak online uit het havo/vwo werkboek:

Grammatica §3: opdracht 1 t/m 4
Grammatica §5: opdracht 1 t/m 5




Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen grammatica §6 (20 min)
  4. Evaluatie (3 min)
  5. Vlogs bekijken (30 min)

Slide 15 - Tekstslide

Na deze les wil ik...
De uitleg nog een keer horen
Meer voorbeelden zien
Meer oefeningen maken
De leerstof thuis nog eens bekijken
Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.

Slide 16 - Poll

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen grammatica §6 (20 min)
  4. Evaluatie (3 min)
  5. Vlogs bekijken (30 min)

Slide 17 - Tekstslide

6 vlogs bekijken
Opdracht:
We bekijken met elkaar de vlogs.

Je kiest één onderdeel van punt 2 t/m 10.
Na afloop geef je een top en een tip.

Hoe: We doen het klassikaal
Wat: Een beoordelingsformulier


Slide 18 - Tekstslide