Week 2 1C

08-01                        Welkom 1C
Welkom Norah, Cato, Benthe, Lude, Loïs, Ella, Feline, Jule, Gijs, Pien, Giulia, Mees, Annelie, Laila Mae, Manne, Sabine, Teddie, Lucas, Okke, Valentina, Javi, Lou, Lily, Lewis, Elia, Philip en Jennifer! 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

08-01                        Welkom 1C
Welkom Norah, Cato, Benthe, Lude, Loïs, Ella, Feline, Jule, Gijs, Pien, Giulia, Mees, Annelie, Laila Mae, Manne, Sabine, Teddie, Lucas, Okke, Valentina, Javi, Lou, Lily, Lewis, Elia, Philip en Jennifer! 

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
Week 8: Alles herhalen van 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 voor het SO-leesvaardigheid!

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis:
  • 2.1  Je weet welke kenmerken verhalen hebben en wat de kracht en functie van verhalen is.   
  • 2.2 Je weet welke tekstsoorten er zijn en hoe je deze kunt herkennen en gebruiken.  
  • 2.3 Je weet welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.
  • 2.4 Je weet hoe je het onderwerp en de boodschap van een tekst kunt bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
Herhalen en leren van de lesdoelen van de afgelopen periode ter voorbereiding op de toets van volgende week. 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken:




Functie van verhalen:
Je kunt ontsnappen aan je eigen leven en tijdelijk jouw wereld inruilen voor die van een ander. Verhalen zijn ook een middel om de wereld en andere mensen te begrijpen. Verhalen worden gebruikt om de mysteries van leven en dood te verklaren en bevatten vaak levenslessen en kunnen ook gaan over problemen waar mensen mee worstelen of kritiek geven op de maatschappij. 

Wat is een verhaal? (definitie):
Een verhaal is een vertelling van al dan niet verzonnen gebeurtenissen, meestal met als doel om ons een beetje te vermaken of te boeien en er soms iets van te leren.

Slide 5 - Tekstslide

Tekstsoorten:
Verhalende teksten
Informerende teksten
Waarderende teksten
roman, sprookje, strip, gedicht, liedje, verhaal bij kampvuur
Nieuwsbericht, schoolboek, werkstuk, gebruiksaanwijzing, recept
Ingezonden brief, recensie, discussie

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen:
Verhalende teksten
Informerende teksten
Waarderende teksten
roman, sprookje, strip, gedicht, liedje, verhaal bij kampvuur
Nieuwsbericht, logboek, werkstuk.
Ingezonden brief, spandoek
Doel: vermaak of tot nadenken aanzetten
Doel: overtuigen van een mening
Doel: persoonlijke ervaringen delen
gesprek, dagboek, vlog
Doel: beschrijven of ordenen
Doel: instructie geven
Doel: activeren of verzoeken
Doel: verklaren of uitleggen
blog, review, recensie
gebruiksaanwijzing, recept, spelregels
Doel: beoordelen van een boek, film, game, etc.
lesboek, nieuwsbericht, werkstuk
advertentie, uitnodiging, sollicitatie
LET OP: Soms heeft een tekst meerdere doelen

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp:
Je leert hoe je het onderwerp en de boodschap van een tekst kunt bepalen

-
kop/titel
afbeeldingen
inleiding
slot
deelonderwerpen:
- worden na elkaar besproken
-behandelen verschillende kanten van een onderwerp

hoofdgedachte:
-het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk:
> Kaartjes tekstdoelen, tekstsoorten en voorbeelden
> Lesbrief 'Herhaling hoofdstuk 2'

> Reflectie (Mentimeter)

> Klaar? Leren voor de toets.

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie:
  • Lesdoel: Beheers jij alle lesdoelen al? Wat moet jij nog leren of oefenen?  

  • Werken: Hoe heb jij deze les gewerkt?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan er nog beter gaan?

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie:
  • Mentimeter: https://www.menti.com/alobidgj4ztw

  • https://www.menti.com
  • Code: 63 14 91 6


Slide 11 - Tekstslide

Woordenschat:
  • Ga naar de online methode en oefen 2 Kracht van Verhalen - Drilsteroefeningen Woordenschat 
  • Zoek de woorden uit de woordenlijst op in je boek. Kan je uit de context halen wat de woorden betekenen?
  • Bedenk hoe je de woorden uit de woordenlijst kan uitbeelden of tekenen
  • Uitleggen - Leg de betekenis van de woorden uit aan je buurman of je buurvrouw.
  •  Schrijf een aantal goede zinnen waarin je de woorden in de goede context gebruikt. 
  • Knip de woorden uit, hussel ze, zoek woord en betekenis weer bij elkaar
  • Maak een spiekbriefje

Slide 12 - Tekstslide

Zoek in je boek de woorden op uit de woordenlijst. 

Kan je de betekenis uit de context halen?

Slide 13 - Tekstslide

Knip de woorden uit, hussel en zoek ze weer bij elkaar

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk manieren om de woorden uit te kunnen beelden
uitbeelden

Slide 15 - Tekstslide

Werk samen: leg de woorden uit aan je buurman/buurvrouw
Uitleggen

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf een aantal zinnen waarin je alle woorden goed gebruikt. Probeer meerdere leerwoorden in een goede zin te zetten.
uitbreiden

Slide 17 - Tekstslide

Maak je eigen spiekbriefje. 

Slide 18 - Tekstslide