Past simple vs past continuous
past simple = verleden tijd = afgelopen
past continuous = verleden tijd = afgelopen duurde een tijd(je)
Kijk eens naar het verschil tussen deze zinnen
The doorbell rang. = verleden tijd = afgelopen
I was watching TV. = verleden tijd = afgelopen, maar duurde een tijdje.
The doorbell rang when i was watching tv.
- Er gebeuren twee dingen tegelijkertijd. De deurbel gaat en het TV kijken. Wat het langste duurt krijgt de -ing vorm.