BS 1+2 Genotype en fenotype+ Chromosomen

Erfelijkheid en evolutie
basisstof 1 Genotype en fenotype

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en evolutie
basisstof 1 Genotype en fenotype

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen BS 1+2
  • Je kunt omschrijven wat genotype en fenotype is.
  • Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door geslachtschromosomen
  • Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat

Slide 2 - Tekstslide

Fenotype
Alle uiterlijke kenmerken van een organisme.

Bijvoorbeeld: haarkleur, oogkleur, huidskleur

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende fenotype bij honden

Slide 4 - Tekstslide

Fenotype

Slide 5 - Tekstslide

Maak nu een eigen stamboom
Kies een eigenschap die zichtbaar is zoals haarkleur of het dragen van een bril.
Vul voor jezelf en al je familieleden in wat het fenotype is/was. 

Slide 6 - Tekstslide

Genotype
Alle erfelijke informatie die opgeslagen ligt in je DNA.
Dit genotype is erfelijk en ligt vast.

Bijvoorbeeld: oogkleur, haarkleur, huidskleur

Slide 7 - Tekstslide

Genotype

Slide 8 - Tekstslide

Fenotype = 
genotype + omgeving


Hoe je eruit ziet (je fenotype) wordt bepaald door je erfelijke informatie op je DNA (genotype) en de omgevingsinvloeden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Genexpressie
Ieder cel bevat dezelfde erfelijke informatie

Toch is niet iedere cel hetzelfde....

Wat de functie van de cel wordt hangt af van welke genen actief zijn of tot uiting komen. Dit noemen we genexpressie

Slide 11 - Tekstslide

Chromosomen
Dunne draden die voor een groot deel bestaan uit DNA

Liggen in de celkern

Elke lichaamscel van de mens bevat 46 chromosomen

Slide 12 - Tekstslide

46 Chromosomen; 23 paren

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtschromosomen
Vrouw XX

Man XY

Eicel X of X
Zaadcel X of Y

In elke lichaamscel 2

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen krijg je van je vader? En hoeveel van je moeder?
A
10 en 36
B
23 en 23
C
20 en 26

Slide 16 - Quizvraag

Geslachtscellen
23 chromosomen

Ontstaan door een speciale celdeling
Meiose

Uit 1 lichaamscel met 46 chromosomen ontstaan 2 geslachtscellen met 23 chromosomen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Uit hoeveel chromosomen bestaat een lichaamscel?
A
23
B
46
C
52

Slide 21 - Quizvraag

Uit hoeveel chromosomen bestaat een geslachtscel?
A
23
B
46
C
12

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn de geslachtschromosomen van een man?
A
Y
B
X
C
XY
D
XX

Slide 23 - Quizvraag

Wie 'bepaalt' het geslacht van het ongeboren kind?
A
Vader
B
Moeder

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video