Basisstof 7 + 8
1 / 25
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
waar ligt de hypofyse?
A
tegen de onderzijde van de hersenen
B
tegen de hersenstam
C
in het ruggenmerg bij je staart botje
D
in de kleine hersenen
Slide 4 - Quizvraag
noem drie hormoonklieren die worden beïnvloed door de hypofyse
Slide 5 - Open vraag
waarom kun je de hypofyse het regelcentrum van het hormoonstelsel noemen?
A
hypofysehormonen sturen andere hormoonklieren aan
B
het is het enige onderdeel van het hormoonstelsel in je hoofd
C
de hypofyse scheidt alle hormonen uit
D
de hypofyse is klein maar regelt alles
Slide 6 - Quizvraag
welke processen worden door het schildklierhormoon beïnvloed?
A
hartslag en ademhaling
B
groei en ontwikkeling
C
stofwisseling
D
impulsen
Slide 7 - Quizvraag
wat gebeurt er wanneer de schildklier te veel schildklierhormoon aanmaakt?
A
de persoon krijgt veel meer honger
B
persoon wordt rusteloos en vermagert
C
de persoon krijgt minder honger
D
de persoon wordt rustig en komt aan
Slide 8 - Quizvraag
hoe ontstaat 'reuzengroei'
A
de hersenen stimuleren het groeien te veel
B
de persoon eet teveel en kan niet opslaan in vet
C
het ruggenmerg groeit te veel, hierdoor ook de botten
D
de hypofyse maakt te veel groeihoormoon
Slide 9 - Quizvraag
het afremmen van groei gebeurt met hormonen, welke hormonen zijn dit?
A
lengtehormonen
B
geslachtshormonen
C
groeihormonen
D
schildklierhormonen
Slide 10 - Quizvraag
is je lengte genetisch bepaald?
(gebruik de formule in je werkboek als onderbouwing)
(gebruik de formule in je werkboek als onderbouwing)
A
ja, jongens worden langer dan meisjes
B
ja, de lengte is afhankelijk van je vader en moeder
C
nee, dit is afhankelijk van getallen
D
nee, het is willekeurig hoe lang je wordt
Slide 11 - Quizvraag
met de formule kan je alleen een schatting maken en niet de exacte lengte bepalen, waar komt dit door?
A
sommige mensen stoppen eerder met groeien
B
niet iedereen heeft een groeispurt
C
sommige kinderen groei harder tijdens de groeispurt
D
omgevingsfactoren spelen ook een rol
Slide 12 - Quizvraag
hoe kan een klap op het hoofd leiden tot verschillende klachten?
A
je hoofd is je belangrijkste orgaan
B
in je hoofd zittende meeste zenuwen
C
door een klap op je hoofd kan je hypofyse beschadigd raken
D
je hoofd is het bovenste deel van je lichaam
Slide 13 - Quizvraag
bij een kat werkt de schildklier niet goed, hierdoor ontstaat dwerggroei. welk hormoon is niet genoeg aanwezig (kijk in je boek
A
Hormoon 1
B
Hormoon 2
C
Hormoon 3
D
Hormoon 1 en 3
Slide 14 - Quizvraag
wat kan er naast dwerggroei nog meer plaatsvinden
A
door weinig verbranding is het dier snel moe
B
het dier wordt super energiek
C
het dier krijgt het snel koud
D
antwoord A en C zijn beide juist
Slide 15 - Quizvraag
door een tekort aan welk hormoon kan dwerggroei ontstaan?
A
hormoon 1
B
hormoon 2
C
hormoon 3
D
door zowel hormoon 1, 2 als 3
Slide 16 - Quizvraag
je kan aankomen door een te kort aan schildklierhormoon, hoe kan dit?
A
door weinig verbranding wordt veel vet gemaakt
B
mensen eten meer en hierdoor komen ze aan
C
ze verbranden helemaal niet en komen hierdoor aan
Slide 17 - Quizvraag
wat zou er gebeuren wanneer je kikkervisjes extra schildklierhormoon geeft
A
er ontstaan extra grote kikkers
B
er ontstaan extra kleine kikkers
C
er ontstaan extra grote kikkervisjes
D
het blijven hele kleine kikkervisjes
