4 mavo - spelling in schrijfopdracht examen

Spelling
in de schrijfopdracht van het examen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
in de schrijfopdracht van het examen

Slide 1 - Tekstslide

Welke aanhef is correct?
A
Geachte Jan de Wit,
B
Geachte meneer de Wit,
C
Geachte heer De Wit,
D
Geachte Heer De Wit,

Slide 2 - Quizvraag

Welke groet is correct?
A
Met vriendelijke groet,
B
Met vriendelijke groeten,
C
Hartelijke groeten,
D
Tjalas!

Slide 3 - Quizvraag

Ik geef het boek aan .... zusje.
A
me
B
mijn

Slide 4 - Quizvraag

Het boek is van ....
A
u
B
U
C
uw
D
Uw

Slide 5 - Quizvraag

Dat is toch ... boek?
A
u
B
U
C
uw
D
Uw

Slide 6 - Quizvraag

Er ........... een klacht ingediend.
A
werd
B
werdt
C
werden

Slide 7 - Quizvraag

op een dinsdag in maart zag alex een eik langs de rijn staan.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quizvraag

mijn neven uit groningen zijn dol op fries suikerbrood van de lidl.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 9 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

werkweek / werk week
A
aan elkaar
B
los

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

lagescore / lage score
A
aan elkaar
B
los

Slide 11 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

Ik heb het verslag ...
A
afgemaakt
B
af gemaakt

Slide 12 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

Wat ligt ... de tafel?
A
erop
B
er op

Slide 13 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

........... kom ik niet naar school!
A
Hiervoor
B
hier voor

Slide 14 - Quizvraag

Juist gespeld?

oorlogschip
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Juist gespeld?

Er is een ongeluk GEBEURD.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Juist gespeld?

Een ongeluk GEBEURD snel.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Juist gespeld?

Daar WORDT je niet gelukkig van.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Juist gespeld?

Daar WORDT je manager boos om.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Waar hoort de komma?

Ga snel want de trein vertrekt zo.
A
want, de
B
snel, want
C
snel ,want
D
geen komma

Slide 20 - Quizvraag

Waar hoort de komma?

Luister goed en doe mij na.
A
goed, en
B
goed, en
C
goed ,en
D
geen komma

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?

A
's morgens
B
s' morgens
C
s-morgens
D
s morgens

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Schrijf de e-mail over de ideeënwedstrijd.

Slide 23 - Tekstslide