Hoofdletters, leestekens, formuleren klas 2v

Lesdoelen

  • weet je wanneer je een hoofdletter schrijft;
  • weet je wanneer je welk leesteken moet gebruiken;
  • kun je uitleggen waarom hoofdletters en leestekens belangrijk zijn voor de   betekenis van een woord of zin;
  • kun je zelf goede zinnen maken waarin het hoofdlettergebruik en het  gebruik van leestekens juist is;
  • Wat heb je hieraan in het leven? 




1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

  • weet je wanneer je een hoofdletter schrijft;
  • weet je wanneer je welk leesteken moet gebruiken;
  • kun je uitleggen waarom hoofdletters en leestekens belangrijk zijn voor de   betekenis van een woord of zin;
  • kun je zelf goede zinnen maken waarin het hoofdlettergebruik en het  gebruik van leestekens juist is;
  • Wat heb je hieraan in het leven? 




Slide 1 - Tekstslide

Je zult altijd hoofdletters en leestekens moeten gebruikt. Word herkent bijna geen hoofdletter- en leestekenfouten. Daarom moet je de regels zelf kennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Toolbox hoofdletters
Spelling - Woorden met of zonder hoofdletter

Slide 3 - Tekstslide

In welke twee zinnen worden de hoofdletters juist gebruikt?
A
's Avonds wordt het in de winter vroeg donker.
B
'S avonds wordt het in de winter vroeg donker.
C
Er is al jaren geen elfstedentocht meer geweest.
D
Er is al jaren geen Elfstedentocht meer geweest.

Slide 4 - Quizvraag

In welke twee zinnen worden de hoofdletters juist gebruikt?
A
De serie The Queen's Gambit maakt schaken weer populair.
B
De serie the queen's gambit maakt schaken weer populair.
C
Ik ga het liefst op vakantie naar het zuiden, het liefst naar Zuid-Frankrijk.
D
Ik ga het liefst op vakantie naar het Zuiden, het liefst naar zuid-Frankrijk.

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin worden de hoofdletters juist gebruikt?
A
In Juni is Mevrouw van Kaak jarig, zij was liever met Kerst jarig geweest.
B
In Juni is mevrouw Van Kaak jarig, zij was liever met kerst jarig geweest.
C
In juni is Mevrouw van Kaak jarig, zij was liever met kerst jarig geweest.
D
In juni is mevrouw Van Kaak jarig, zij was liever met Kerst jarig geweest.

Slide 6 - Quizvraag

Toolbox
Spelling - Leestekens bij zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 8 - Woordweb

Typ onderstaande zin over, plaats punten, uitroeptekens, vraagtekens en komma's waar nodig.

als jij niet belt bel ik zelf wel even

Slide 9 - Open vraag

Typ onderstaande zin over, plaats punten, uitroeptekens, vraagtekens en komma's waar nodig.

ik was het niet het was volgens mij Joris die jongen die gisteren ook mee voetbalde

Slide 10 - Open vraag

Typ onderstaande zin over, plaats punten, uitroeptekens, vraagtekens en komma's waar nodig.

hou daarmee op esther

Slide 11 - Open vraag

In welke zin worden aanhalingstekens juist gebruikt?
A
Vergeet niet zei de docent dat de deadline 16 december is. '
B
'Vergeet niet' zei de docent dat de deadline 16 december is.
C
'Vergeet niet', zei de docent, 'dat de deadline 16 december is'.
D
'Vergeet niet,' zei de docent, 'dat de deadline 16 december is.'

Slide 12 - Quizvraag

Typ een woord waarbij je een apostrof nodig hebt om de meervoudsvorm te maken.

Slide 13 - Woordweb

Welke van de twee zinnen is juist gespeld?
A
Zo ga je om met tegenslag: accepteren en vooruit kijken.
B
Zo ga je om met tegenslag: Accepteren en vooruit kijken.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Leer aantrekkelijk formuleren
Zinsbouw
Spelling
Toon

Slide 16 - Tekstslide


1. Begin niet elke zin hetzelfde (niet elke zin het onderwerp vooraan) 


Dus niet: 
Ik ben op school. Ik maak huiswerk. Ik ga zo een broodje eten.

Gebruik voegwoorden!

Slide 17 - Tekstslide

Herschrijf:
Ik ben op school. Ik maak huiswerk. Ik ga zo een broodje eten.

Slide 18 - Open vraag

2. Gebruik verwijswoorden en synoniemen of korte omschrijvingen >> geen herhaling en minder saai.

Verwijswoorden > dit, deze, hij, hun 

Ben je toe aan vakantie? Boek je vakantie bij ons. Wij bieden allerlei soorten vakanties aan: sportieve vakanties, zonvakanties en culturele vakanties -->

Slide 19 - Tekstslide

3. Pas op met lange zinnen! 

Niet langer dan 20 woorden! 

Slide 20 - Tekstslide

Het bedrijf waar ik stage loop heet Jansen en het bedrijf is in Utrecht waar het bedrijf 150 medewerkers heeft en de medewerkers zijn verdeeld over drie afdelingen.

Slide 21 - Open vraag

Schrijfopdracht
Schrijf een overtuigende tekst.
Let op de 6 kenmerken van een goede tekst.
Centraal staat het schrijven van correcte zinnen.

Slide 22 - Tekstslide