Nederland 1.2 Nieuwe ontwikkelingen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Nederland

Nieuwe ontwikkelingen

Reformatie	Nederlandse Opstand	Geleide loonpolitiek
Absolutisme	Rooms Rood	Ancien Regime
Willem Drees	Nozems, Provo's, Hippies	Poldermodel

Leg de volgende begrippen/personen uit

Nederland ahv 2 vragen

1. Waardoor veranderde de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1948 en 1978?

2. Waardoor veranderde de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978 en 2008?

Ik gebruik muziek om de tijdgeest van de verschillende jaren te vatten. Op die manier hebben jullie hopelijk een beter beeld.

3.2 Nieuwe ontwikkelingen

Jaren '80.

• In 1982 wordt Ruud Lubbers gekozen als minister-president (VVD+CDA)
• Crisis loopt tot ongeveer 1985. Probleem: WAO-uitkeringen, afkeuren is beter dan doorwerken. Lubbers bezuinigt op WAO en andere uitkeringen.

• Maakbare samenleving wordt liberaal: vrije markt + zelfredzame burgers. Minder overheid, meer bedrijfsleven.
• Privatisering: bedrijven niet meer van de staat, maar particulier.
• Grondwetswijziging 1983: verbod op discriminatie.

• Nederland wil gidsland zijn (vanaf jaren '60) van mensenrechten, vrede en gedoogbeleid softdrugs.
• Jaren '80 periode van detente, dus kruisraketten worden niet geplaatst in NL. Hiervoor hevige protesten.

Nu

Speel galgje met je buren met begrippen van Tijdvak 5-7 en paragraaf 3.1+3.2 (tot wat we gedaan hebben).

• Jaren '80 ook periode van protesten tegen woninggebrek (krakersrellen) en kroning Beatrix. 
• Muziek: Punk, tegen alle vormen van gezag (anarchistisch). 
• Ook Hiphop wordt populair: overgewaaid vanuit Amerika als protest tegen zwarte discriminatie.

• Vanaf 1985 verdrag van Schengen. Benelux+DE+FA staan vrijreizen toe. Dit breidt zich steeds meer uit.

Herhaling Tijdvak 8

• Periode: Moderne Tijd

1. industriële revolutie

2. sociale Kwestie

3. Modern imperialisme

4. emancipatiebewegingen

5. democratisering

6. opkomst politiek-maatschappelijke stromingen

Renaissance, Verlichting, Wetenschappelijke Revo.	Bataafse Revolutie	Radio Veronica
Verzuiling	Rooms Rood	Abolitionisme
Handelingsonbekwaam	Dolle Mina's	Poldermodel

Leg de volgende begrippen/personen uit

Jaren '90

• Anti-discriminatie vervolgt door Wet op Gelijke behandeling (1994).
• Ook gidsland door rol in NAVO: zelf vestiging Srebrenica willen verdedigen. Oorlog tussen Bosniërs en Serviërs één van vele die Joegoslavië uiteen laten vallen.

• In 1992 Verdrag van Maastricht gesloten = oprichting EU + afspraak voor Euro (ingevoerd in 2002). 
• Jaren '90 opkomst van gabbermuziek: dansen (drank en pillen) in je trainingspak en sportschoenen. 

• Ook jaren '90 start van digitale revolutie. Opkomst computer voor privégebruik. 
• Vanaf jaren '90 grotere groepen migranten naar EU, voornamelijk voor asiel. Start met Joegoslaven. 
• Hierdoor Nederland steeds multicultureler (= meerdere culturen leven naast elkaar).

Herhaling Tijdvak 9

• Periode: Moderne Tijd

1. moderne propaganda

2. totalitaire ideologieën

3. crisis wereldkapitalisme

4. Twee wereldoorlogen

5. racisme en discriminatie

6. Duitse bezetting

7. massavernietigingswapens

8. verzet tegen modern-imperialisme

Jaren '00

• Laatste gidslandacties: legalisering homohuwelijk (2001) en euthanasie (2002).
• Digitale revolutie in jaren '00 in stroomversnelling: mobiele telefoon wordt smartphone. Meer nadruk op individualisme en globalisering (met Engels als taal).

• Oorlogen in Afghanistan, Irak, Syrië, maar ook verschillende Afrikaanse oorlogen zorgen voor nieuwe migranten.
• Gevolg multiculti is verzet vanuit vooral arbeidersgezinnen die zich verwaarloost voelen (overal) -> polarisatie (tegenstellingen)

• Aanslagen op Twin Towers, moord op Fortuyn en Van Gogh verscherpen polarisatie.
• Vanuit hier groei van partijen als LPF, PVV en FvD.

Herhaling Tijdvak 10

• Periode: Moderne Tijd

1. twee ideologische machtsblokken

2. dekolonisatie

3. eenwording van Europa

4. toenemende westerse welvaart '60 sociaal-culturele veranderprocessen

5. Multiculti & pluriforme samenlevingen.

Nu

Wat betreft huiswerk:

Heb je lager dan een 5,0 maak je:

vraag 1-9, 12-15 & 16-17.

Heb je een 5,0-6,5 maak je:
vraag 16-17.

Hoger dan 6,5: facultatief huiswerk