H1 §4: Wie heeft de macht?

H1: Parlementaire democratie

§4: Wie heeft de macht?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1: Parlementaire democratie

§4: Wie heeft de macht?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  1. Leerdoel(en)
  2. Instructie
  3. Aan de slag
  4. Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next up?
  1. Leerdoel(en)
  2. Instructie
  3. Aan de slag
  4. Volgende les

Slide 3 - Tekstslide

10 min.
Leerdoel(en)

  • Je kunt beschrijven hoe in Nederland de politieke macht verdeeld is tussen het parlement en het kabinet. Je kunt hierbij de rechten en taken van het kabinet en het parlement benoemen.

  • Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en welke rol de coalitie en de oppositie spelen in het parlement.

  • Je kunt aan de hand van de rechten van het parlement en de rol van de coalitie en de oppositie afwegen wie de meeste macht heeft: het parlement of het kabinet.
Kernbegrippen:
  • scheiding der machten
  • wetgevende & uitvoerende macht
  • minister
  • ministeriële verantwoordelijkheid
  • coalitie & oppositie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next up?
  1. Leerdoel(en)
  2. Instructie
  3. Aan de slag
  4. Volgende les

Slide 5 - Tekstslide

10 min.
Vul het schema in met onderstaande begrippen
HERHALING 1, 2+3 
kiezers
75
Eerste Kamer
parlement
controleert
legt verant-woording af aan
regering
staats-secretarissen
150
ministers
ministers
Tweede Kamer
Provinciale Staten

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke taak van het parlement komt naar voren in deze bron?
A
Controlerende taak
B
Uitvoerende taak

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn zoveel Kamerleden
zo boos op de premier dat ze
een spoeddebat aanvragen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het parlement
Welke bevoegdheden heeft ons parlement?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevoegdheden heeft ons parlement? Let op, er blijft er één over!
Een Kamerlid stemt tegen een wet voor 
de belastingverhoging voor bedrijven.

Een Kamerlid is het eens met een wetsvoorstel 
over taakstraffen voor jongeren, maar hij stelt 
een kleine verandering voor.
Een Kamerlid wil weten wat de regering vindt van 
de rellen tijdens een belangrijke voetbalwedstrijd.

Een Kamerlid doet een voorstel voor een wet om werkloze jongeren sneller aan een baan te helpen.

De minister van Economische Zaken moet 
voor een debat naar de Tweede Kamer komen.

Een Kamerlid vraagt ze de regering te bekijken 
of er meer geld naar scholen kan om de leesachterstand bij jongeren aan te pakken.
enquêterecht
motierecht
recht van amendament
recht van
initiatief
recht van interpellatie
stemrecht
vragenrecht

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

GroenLinks, PvdA en DENK hadden
veel kritiek, maar niet de VVD.

Waarom denk je? Leg je antwoord uit!

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Coalitie en Oppositie
Wat is het verschil tussen coalitie en oppositie?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De partijen in de volksvertegenwoordiging buiten de regering.
De samenwerkende regeringspartijen in de volksvertegenwoordiging.
De uitvoerende macht in Nederland, bestaat uit de Koning en de ministers.
De regering
Oppositie
Coalitie

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


GroenLinks/PvdA
is op dit moment een .... partij
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De PVV
is op dit moment een .... partij
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De VVD
is op dit moment een .... partij
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het CDA
is op dit moment een .... partij
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de definitie naar de juiste term 
Parlement
Kabinet
Regering
koning en ministers
ministers en staatssecretarissen
De Eerste en Tweede Kamer

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet
Parlement
Wat zijn de kerntaken van onze volksvertegenwoordiging?
Controleert 
kwaliteit van
Legt verantwoording
af aan
Maakt- en voert wetten uit
Keurt wetten 
goed- of af

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Regering:
  • Koning
  • Kabinet

Constitutionele Monarchie




Kabinet:
  • Ministers
  • Staatsecretarissen

Parlementaire Democratie


Regering, kabinet en koning: wie is wie?

Grondwet: ‘De Koning is onschendbaar; 
de ministers zijn verantwoordelijk.’

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet of Parlement?
Wie heeft in Nederland de meeste macht?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de meeste macht, kabinet of parlement? 
Leg je antwoord uit en gebruik hierbij het begrip 'vertrouwen'.

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en)

  • Je kunt beschrijven hoe in Nederland de politieke macht verdeeld is tussen het parlement en het kabinet. Je kunt hierbij de rechten en taken van het kabinet en het parlement benoemen.

  • Je kunt uitleggen hoe het kabinet tot stand komt en welke rol de coalitie en de oppositie spelen in het parlement.

  • Je kunt aan de hand van de rechten van het parlement en de rol van de coalitie en de oppositie afwegen wie de meeste macht heeft: het parlement of het kabinet.
Kernbegrippen:
  • scheiding der machten
  • wetgevende & uitvoerende macht
  • minister
  • ministeriële verantwoordelijkheid
  • coalitie & oppositie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next up?
  1. Leerdoel(en)
  2. Instructie
  3. Aan de slag
  4. Volgende les

Slide 27 - Tekstslide

10 min.
Aan de slag
  1. Lees de leertekst op pagina 34 t/m 37.
  2. Maak opdracht 1 t/m 12 op pagina 38 t/m 40.
  3. Optioneel: Lees de leertekst van §6.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next up?
  1. Leerdoel(en)
  2. Instructie
  3. Aan de slag
  4. Volgende les (§6, SOM)

Slide 29 - Tekstslide

05 min.