In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De grenzen van Nederland
Hoofdstuk 5 paragraaf 1
Slide 1 - Tekstslide
Doelen 5.1
Je weet op welke manier en aan welke landen Nederland grenst.
Je kent de invloed van de landgrens op de aanliggende gebieden in Nederland.
Je kent de betekenis van het Verdrag van Schengen en kunt er de voor- en nadelen van benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
doel
tekst in je boek lezen
informatie 5.1
aan de slag
doel controleren
filmpje
Slide 3 - Tekstslide
Nederland is soevrein
Het Koninkrijk der Nederlanden
is een soevereine staat
samengesteld uit vier landen:
Nederland, Aruba, Curaçao en
Sint Maarten.
Wanneer ben je een land?
Soevereiniteit = land met eigen wetten en regels
Slide 4 - Tekstslide
Het territorium van Nederland
Land, water en lucht
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Grenzen binnen Nederland
Bestuurlijke grenzen
Landelijk
Provincies
Gemeenten
Slide 7 - Tekstslide
Grenzen binnen Nederland
Provincies nemen beslissingen over: natuur, vervoer en energie
Gemeenten beslissen over: voorzieningen, onderwijs en bouwgrond
Slide 8 - Tekstslide
Grenzen binnen Nederland
Invloed van de burgers
Stemrecht
Bezwaar maken
Demonstreren
Meebeslissen
Slide 9 - Tekstslide
Het verdrag van Schengen
1985 ondertekend in de plaats Schengen in Luxemburg
Binnen deze landen mag je als inwoner van de Europese Unie (EU) vrij reizen. De controle van personen gebeurt aan de buitengrenzen van het Schengengebied.
Slide 10 - Tekstslide
Schengen landen zijn:
België
Denemarken
Duitsland
Estland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Hongarije
Italië
Letland
Liechtenstein
Litouwen
Luxemburg
Malta
Nederland
Noorwegen
Oostenrijk
Polen
Portugal
Slovenië
Slowakije
Spanje
Tsjechië
IJsland
Zweden
Zwitserland
Slide 11 - Tekstslide
Verdrag van Schengen
Inwoners mogen vrij reizen tussen Schengenlanden.
Zij hebben open grenzen.
Grenst een land aan een niet-Schengenland? Dan is daar een harde grensmet grenscontrole
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Maken:
- 5.1 blz. 148 en 149 opdracht 1,4 en 6
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Nationale identiteit
Taal
Omgangsvormen
Tradities
Godsdienst
Slide 15 - Tekstslide
Regionale identiteit
Slide 16 - Tekstslide
Lokale identiteit
Slide 17 - Tekstslide
Doel gehaald?
Je weet op welke manier en aan welke landen Nederland grenst.
Je kent de invloed van de landgrens op de aanliggende gebieden in Nederland.
Je kent de betekenis van het Verdrag van Schengen en kunt er de voor- en nadelen van benoemen.
Slide 18 - Tekstslide
Wat beïnvloedt de economie van grensgebieden?
A
Internationale handel
B
Minder werkgelegenheid
C
Toerisme
D
Hogere belastingtarieven
Slide 19 - Quizvraag
Welke factor beïnvloedt de cultuur aan de grens?
A
Eenheidsworst cultuur
B
Tradities uit buurlanden
C
Gelijke wetgeving
D
Taalverschillen
Slide 20 - Quizvraag
Hoe beïnvloeden grenzen het milieu?
A
Verspreiding van soorten
B
Milieuverdragen
C
Verhoogde biodiversiteit
D
Afname van vervuiling
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van het Verdrag van Schengen?