C Familie

Afspraken

  • Je telefoon staat op stil & zit in je tas
  • Je gaat meteen zitten
  • Je pakt je boeken en schrift
  • Je luistert naar elkaar en praat niet door elkaar heen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Afspraken

  • Je telefoon staat op stil & zit in je tas
  • Je gaat meteen zitten
  • Je pakt je boeken en schrift
  • Je luistert naar elkaar en praat niet door elkaar heen

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie en fictie op blz. 216
C. Familie

Slide 2 - Tekstslide

Mening geven
  1. Gebruik beoordelingswoorden.

  2. Geef argumenten bij je mening.

  3. Geef voorbeelden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Mening geven
  1. Gebruik beoordelingswoorden.

  2. Geef argumenten bij je mening.

  3. Geef voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Slide 6 - Open vraag

Welke genres
ken jij (nog)?

Slide 7 - Woordweb

Personages
  1. De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in het verhaal.

  2. In het verhaal ook personages met kleine rollen, die noem je bijfiguren.

  3. Als jij je goed in het personage kan verplaatsen, dan identificeer jij je met dat personage.

Slide 8 - Tekstslide

Karakter
  • De schrijver wil de personages (mensen of dieren) 'levend' maken (karakteriseren). 

  • Daarvoor gebruikt geeft hij de personages een uiterlijk en een karakter (gedachtes+gevoelens). 
  • Soms zegt het uiterlijk iets over het karakter. Bij typetjes zijn het innerlijk en uiterlijk sterk verbonden (nerd).

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Poëzie en fictie vanaf blz. 216
Maken: opdracht 2 en 3


Klaar? Maken opdracht 4
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide