In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
El programa para hoy
Revisar el verbo 'ir'
Sevilla
Pretérito perfecto
Pedir en un restaurante
Los deberes
Slide 2 - Tekstslide
zij gaan =
A
ellos ir
B
ellos va
C
ellos vais
D
ellos van
Slide 3 - Quizvraag
zij gaat reizen =
Slide 4 - Open vraag
Jullie gaan naar Barcelona. =
A
Vamos a Barcelona.
B
Van a Barcelona.
C
Vais a Barcelona.
D
Vas a Barcelona.
Slide 5 - Quizvraag
Jij gaat de tafel dekken. =
Slide 6 - Open vraag
Ik ga naar een restaurant. =
A
Va a un restaurante.
B
Voy a una restaurante.
C
Voy a un restaurante.
D
Voy ir en un restaurante.
Slide 7 - Quizvraag
Mijn moeder gaat brood kopen in de stad. =
Slide 8 - Open vraag
Sevilla
Plaza de España Metropol parasol Influencia del mundo árabe
Slide 9 - Tekstslide
Pretérito perfecto
hulpwerkwoord: haber = hebben
(yo) he viajado (gereisd)
(tú) has estudiado (gestudeerd)
(él/ella/usted) ha comprado (gekocht)
(nosotros) hemos trabajado (gewerkt)
(vosotros) habéis cantado (gezongen)
(ellos/ellas) han estado (geweest)
Slide 10 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Hoe maak je het voltooid deelwoord? Stam van het werkwoord + de uitgang ‘-ado’ OF ‘-ido’ Werkwoorden op -ar ☞ uitgang op –ado Por ejemplo: viajar – viajado (gereisd) Werkwoorden op –er of -ir ☞ uitgang op –ido Por ejemplo: comer – comido (gegeten) vivir - vivido (geleefd, gewoond)
Slide 11 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Verbos irregulares:
hacer => hecho (gedaan, gemaakt)
poner => puesto (gezet, gelegd)
escribir => escrito (geschreven)
ver => visto (gezien)
abrir => abierto (geopend)
Slide 12 - Tekstslide
jij hebt gekocht =
A
has comprado
B
has comprido
C
ha comprado
D
ha cantado
Slide 13 - Quizvraag
wij hebben gestudeerd =
Slide 14 - Open vraag
ik heb gedronken =
A
hoy bebido
B
he bebado
C
has bebido
D
he bebido
Slide 15 - Quizvraag
zij hebben gesproken/gepraat =
Slide 16 - Open vraag
Qué has hecho esta semana?
https://www.youtube.com/watch?v=romclKN_BHQ
https://www.youtube.com/watch?v=D89ku_SXF0s
Slide 17 - Tekstslide
Pretérito perfecto
este año = dit jaar hace una hora = een uur geleden
este mes = deze maand hace 5 minutos = 5 min. geleden
esta semana = deze week hoy = vandaag
esta mañana = vanochtend
esta tarde = vanmiddag
esta noche = vannacht
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Alguna vez has ..? = Heb je ooit..?
Ik heb nog nooit .... = Nunca he .....
Ik heb al eens ...... = Ya he
1. Alguna vez has comido insectos?
2. Alguna vez has estado en Japón?
3. Alguna vez has bebido alcohol?
4. Alguna vez has cantado en el cuarto de baño?
Slide 22 - Tekstslide
Pedir en un restaurante
Vamos a leer el vocabulario en la página 8 del documento.
Después, miramos un vídeo.
https://www.youtube.com/watch?v=--NeLdaCUP8
Slide 23 - Tekstslide
Pedir en un restaurante
Vamos a leer los textos en las páginas 8, 9 y 10 del documento.