Schrijven -alinea schrijven- H.2- havo1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je alinea met een kernzin kunt schrijven. 


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je alinea met een kernzin kunt schrijven. 


Slide 1 - Tekstslide

Een alinea schrijven
Een tekst wordt overzichtelijk als je hem verdeelt in alinea’s. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan

In een tekst over een bekende jeugdboekenschrijver zijn de deelonderwerpen bijvoorbeeld: zijn leven, de onderwerpen waarover hij schrijft en de films die van zijn boeken gemaakt zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Zo schrijf je een goede alinea

• Zet de belangrijkste informatie in de eerste zin. Dat is de kernzin:
– André Boesberg, geboren in ’s-Hertogenbosch op 26 december 1949, is een Nederlandse jeugdboekenschrijver.




Slide 3 - Tekstslide

Vraag je daarna af wat de lezer nog meer moet weten over dit onderwerp
Zet die informatie in de volgende zinnen:
– Sinds 1997 schrijft hij jeugdboeken. Ook geeft hij les op een middelbare school.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik Wat weten we nog van: 


begrijpelijk schrijven?














Een tekst is begrijpelijk als?
 Je tekst is begrijpelijk als de informatie in de tekst volledig en duidelijk is en de vorm van de tekst, foutloos en netjes is. Controleren dus!

Slide 5 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 6 - Tekstslide

Nu zelfstandig aan de slag

Wat nu?

 Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 50

Maken:

startopdr. + opdr. 1-2

blz. 50-51









Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 9 - Tekstslide


In een nieuwsbericht geef je informatie over een gebeurtenis. Je vertelt de lezer alles wat hij moet weten.


Dat doe je door in het bericht antwoord te geven op de


5w+h-vragen:


wat, wie, waar, wanneer, waarom (waardoor) en hoe.

    
      
      
        
   

   

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
     
 
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
   
    
 
   
   
   
  Tekst
 
 
 
   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 10 - Tekstslide


 Een nieuwsbericht wordt overzichtelijk als je het verdeelt in alinea’s. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.


In een tekst over een treinbotsing kunnen de alinea’s bijvoorbeeld gaan over: hoe het ongeluk is gebeurd, hoe de reddingsoperatie op gang kwam en hoe het verder is gegaan met de inzittenden.
 
      
      
       

    
      
        
         
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
     
 
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
   
    
 
   
   
   
  Tekst
 
 
 
   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       

   
     
     
        Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
     
     
   

    4

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
     
 
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
   
    
 
   
   
   
  Tekst
 
 
 
   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 
      
    
  
    
    
    
    
    
    
  
 

Slide 11 - Tekstslide

Zo schrijf je een goede alinea:


  • Zet de belangrijkste informatie in de eerste zin. Dat is de kernzin. Bijvoorbeeld: –  Een Bengalese taxichauffeur in New York heeft gisteravond een tas met 21 duizend dollar aan contant geld teruggebracht naar de eigenaresse. • 

  •  Vraag je daarna af wat de lezer nog meer moet weten over dit onderwerp. Zet die informatie in de volgende zinnen. Bijvoorbeeld: – De tas was van een Italiaanse toeriste.

Slide 12 - Tekstslide

Begin een nieuwe alinea als je over een nieuw deelonderwerp gaat schrijven, bijvoorbeeld het antwoord op de vraag ‘hoe’: – 



Toen de 28-jarige Mohammed Asadujjaman de vergeten tas in zijn auto zag liggen, zocht en vond hij een adres tussen de spullen. Zo kon hij het tasje terugbrengen naar Felicia Lettieri.



 Let op: een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel. Binnen een alinea schrijf je de regels vol.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide