31 mei - 5.7 Persoonlijk voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom 1B!

Start de LessonUp op en pak je schrift en een pen!

We gaan aan de slag met 5.7

Doel

Aan het einde van de les kunnen we persoonlijk voornaamwoorden aanwijzen in een zin

Wat heb je opgeschreven?

Zelfstandig naamwoord=

Werkwoord=

Bijvoeglijk naamwoord=

Bekijk de video in de lesstof

Lesstof 5.7

Persoonlijk voornaamwoord deel 2

Bekijk de video

Vul in: Persoonlijk voornaamwoord=

ik 

jij

hij/zij/het

wij

jullie

zij

me 

je 

hem/haar

ons

jullie

hun

Onderwerpsvorm

Het persoonlijk voornaamwoord is het onderwerp in de zin.

Hij loopt op straat. 

Voorwerpsvorm

alle andere vormen.

Games vormen voor hem allang geen uidaging meer. 

Bijvoorbeeld: 

Jantje kan geweldig gamen. Hij vindt het ook heel leuk. Alleen kent hij alle spellen uit zijn hoofd. Ze vormen geen uitdaging meer voor hem. 

Hoe veel pers. voornaamwoorden (psv) heeft: Ik laat hem echt niet weten dat ik hem leuk vind!

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Aan de slag!

Maak opdracht

Klaar?

Aan de slag met 5.7!

Maken: opdracht 3 t/m 8

Lees: de lesstof van 5.7

Klaar? Maken test jezelf 4.7 en 4.8

of

Werken aan je presentatie in Keynote

13 juni inleveren!

Wat blijft na deze les hangen? Wat heb je ervan geleerd?