Fa H4 grammaire adjectif / adverbe Chapitre 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Adverbe

Bijwoord: zegt iets over werkwoord / ander bijv. nw / ander bijw.

Je leidt het af van bijv. nw.

Absolu ---> absolument

Vrai ---> vraiment  (eindigt bijv nw op klinker --> + ment)

Heureux --> heureusement (eindigt bijv. nw. op medeklinker --> eerst vrouwelijk maken --> + ment 

Lent --> lente --> lentement

Uitzonderingen

eindigt bijv. nw op ant --> amment (constant --> constamment)

eindigt bijv. nw op ent --> emment (prudent --> prudemment)

mauvais       mal                                 (slecht)

bon                 bien                               (goed)

meilleur        mieux                            (beter)

rapide            rapidement / vite     (snel)

long                longtemps                   (lang)

gentil              gentiment                   (aardig)

Uitdrukkingen met bijv. nw.  i.p.v. bijwoord

Uitdrukkingen met bijv. nw.  i.p.v. bijwoord:

Sentir bon/mauvais lekker / vies ruiken, smaken

Coûter / payer cher veel kosten / duur betalen

Travailler dur hard werken

Parler haut / bas hard / zacht praten

Noteer het bijpassende bijwoord:
timide

Noteer het bijpassende bijwoord:
sportif

Noteer het bijpassende bijwoord:
prudent

Noteer het bijpassende bijwoord:
sérieux

Welk van onderstaande zinnen kloppen? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Je travaille dur pour l'école.
2. Il m'a répondu gentil.
3. C'est un train rapide.
4. Tu as absolutement raison.

Maak nu de extra goformative adjectif / adverbeGo to
goformative.com/join
Maak nu de volgende goformative:
goformative / join code
T7YCKC

Herhalen les verbes --> maken goformative