Herhaling gram.woordsoorten lj1

Welkom terug!
Fijne vakantie gehad?

Even tijd om bij te kletsen...
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Fijne vakantie gehad?

Even tijd om bij te kletsen...

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling grammatica woordsoorten: zn, lw (olw en blw), bn, zww, hww, aanw. vnw en vr. vnw

Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoorden (lw)
Er zijn drie lidwoorden: 
  • de, het en een.

  •  De en het zijn bepaalde lidwoorden (blw).
  • Een is een onbepaald lidwoord (olw).
  • Dit verschil moet je kennen!

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord (zn)
  • Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel – kok, slang, eik, televisie, liefde
  •  Het heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
  • Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken
  • Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten

  • Een eigennaam (zn-eigennaam) is ook een zelfstandig naamwoord: Anneke, Feyenoord, Utrecht, Broklede.

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • Een bijvoeglijk naamwoord (bn) vertelt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • De mooie auto.
  • Die hond is heel oud.

  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is: een houten stoel, een plastic emmer.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Open je boek op bladzijde 246. Maak opdracht 1 en 2 in je schrift. Je hebt 8 minuten. Je mag samenwerken.
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2
Ik geef willekeurig mensen de beurt.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2
1 prachtige, antieke, betonnen
2 vies, rotte, plastic
3 wollen, oude
4 kleine, slim
5 gele, zwarte
6 aluminium, dure, prachtig
 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig ww en hulpww 
Een zin heeft altijd een of meerdere werkwoorden. 

Deze werkwoorden kun je verdelen in zelfstandige werkwoorden (zww) en hulpwerkwoorden (hww)

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
  • Een zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin!

  • Heeft een zin maar één werkwoord? Dan is het altijd een zelfstandig werkwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
  • Een hulpwerkwoord heeft geen duidelijke betekenis. Het is het 'hulpje' van een zelfstandig werkwoord.
  • Een hulpwerkwoord heeft altijd een ander werkwoord nodig om een goede zin te maken.

  • Voorbeeld: ik heb het huiswerk gemaakt.



Slide 12 - Tekstslide

Zww en hww
Als er maar één werkwoord in de zin staat, is dat altijd een zww:
De tuinman plant enkele rozenstruiken.

Als er meerdere werkwoorden in de zin staan, staat het zww meestal achteraan:
De tuinman wil enkele rozenstruiken gaan planten



Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3 van De Brug Grammatica woordsoorten (blz 248). Dit is huiswerk voor morgen.

Slide 14 - Tekstslide