§2.2 Stromingen in de samenleving deel 1

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.2 
Stromingen in de samenleving deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §2.2 'Stromingen in de samenleving' deel 1

Maak van §2.2 'Stromingen in de samenleving' vraag 1 t/m 4

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Leg uit waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid
  2. Vanaf wanneer mochten vrouwen stemmen?
  3. Welke wet is er door van Houten gemaakt?
  4. Wat is het verschil tussen een bijzondere en een openbare school?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 5 - Woordweb

Uitbreiding van het kiesrecht
1815: klein deel van de bevolking had kiesrecht mannen die veel belasting betaalden

1845 en 1917 werd de belastinggrens verlaagd. Steeds meer mannen kregen kiesrecht. In 1919 kregen vrouwen ook kiesrecht. 

Nederland werd een parlementaire democratie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Strijd over onderwijs(1)
1874 Kinderwetje: 
basisonderwijs arbeiderskinderen, alleen kinderen van rijken konden doorleren.

De overheid richtte daarom openbare scholen op zodat:
iedereen kon leren lezen, schrijven en rekenen (openbare school)

Gelijke kansen = emancipatie
  • de armen betere banen konden krijgen
  • de armen hun achterstand konden wegwerken 

Slide 9 - Tekstslide

Strijd over onderwijs(2)
Katholieken en protestanten wilde ook godsdienst aanbieden op school. Deze confessionelen richtten daarom eigen scholen op. Dit noemde ze bijzondere scholen. Zij kregen GEEN geld van de overheid. 

1917 nieuwe Onderwijswet: de overheid financierde ook bijzondere scholen. 


Bijzondere scholen
  • confessionele scholen
  • daltonscholen
  • montessorischolen
  • vrije scholen

Slide 10 - Tekstslide

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 12 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.2 'Stromingen in de samenleving' vraag 1 t/m 4

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak herhaling of verdieping

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelencheck
  1. Leg uit waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid
  2. Vanaf wanneer mochten vrouwen stemmen?
  3. Welke wet is er door van Houten gemaakt?
  4. Wat is het verschil tussen een bijzondere en een openbare school?

Slide 14 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 16 - Woordweb