§14.3 VWO 6 NOVA MAX

VWO 6 SK
woe 9 feb 
bespreken deel HW 
zorg dat je je schrift open hebt
(ivm foto's uploaden/antwoorden invoeren)
uitleg 14.3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 6 SK
woe 9 feb 
bespreken deel HW 
zorg dat je je schrift open hebt
(ivm foto's uploaden/antwoorden invoeren)
uitleg 14.3

Slide 1 - Tekstslide

vr 7 Rietsuiker en bietsuiker bestaan allebei uit sacharose. In je lichaam wordt sacharose gehydrolyseerd tot twee monosachariden.
aGeef de reactievergelijking van de hydrolyse van sacharose in structuurformules.

Vr. 7
Rietsuiker en bietsuiker bestaan allebei uit sacharose. In je lichaam wordt sacharose gehydrolyseerd tot twee monosachariden.

a) Geef de reactievergelijking van de hydrolyse van sacharose in structuurformules.

Slide 2 - Tekstslide

antw 7A

Slide 3 - Open vraag

Antwoord

Slide 4 - Tekstslide

Na de hydrolyse van sacharose ontstaan twee monosachariden.
b) Welke twee monosachariden ontstaan uit de hydrolyse van sacharose?
A
glucose en fructose
B
glucose en ribose
C
galactose en fructose
D
ribose en fructose

Slide 5 - Quizvraag

vr 8

Cellulose is een plantaardig onvertakt polymeer dat is opgebouwd uit glucosemonomeren (zie de figuur).
Cellulose is het hoofdbestanddeel van hout, papier en katoen. Deze materialen kunnen water opnemen, maar lossen niet op.
a) Leg op microniveau uit waarom cellulose vocht kan opnemen.

Slide 6 - Tekstslide

vr 8
Cellulose lost niet goed op, terwijl het heel
veel OH-groepen bevat.

b) Leg op microniveau uit waarom cellulose niet oplost in water.

Slide 7 - Tekstslide

vr 10
Vr 10: Monosachariden kunnen in oplossing overgaan vd ring-structuur naar een lineaire keten (open structuur). Deze isomerisatiereactie verloopt tamelijk snel beide kanten op en het evenwicht ligt redelijk in het midden (evenwichtsconstante K ~ 1). De beide vormen van het molecuul worden hierdoor biologisch als dezelfde stof gezien, al hebben ze chemisch gezien een andere structuurformule en een andere systematische naam.

a) Leg uit dat zich in de lineaire ketenvorm een dubbele binding moet bevinden.
vr 10: 
Monosachariden kunnen in oplossing overgaan vd ringstructuur naar een lineaire keten (open structuur). Deze isomerisatiereactie verloopt tamelijk snel beide kanten op en het evenwicht ligt redelijk in het midden (evenwichtsconstante K ~ 1). De beide vormen van het molecuul worden hierdoor biologisch als dezelfde stof gezien, al hebben ze chemisch gezien een andere structuurformule en een andere systematische naam.

Slide 8 - Tekstslide

In de ringvorm komen twee uiteinden minder voor dan in een ketenvorm. Er zijn dus twee H-atomen te weinig om een verzadigde verbinding te vormen.
a) Leg uit dat zich in de lineaire ketenvorm een dubbele binding moet bevinden.

Slide 9 - Tekstslide

vr 10
Tijdens de isomerisatiereactie breekt de ringvorm van glucose open tussen het O-atoom en het C1-atoom (Binas tabel 67F1). In fructose breekt de ringvorm open tussen het O-atoom en het C1-atoom.

b) Geef de structuurformules van de lineaire ketenvorm van glucose en fructose.

Slide 10 - Tekstslide

antw 10b

Slide 11 - Open vraag

antwoord:

Slide 12 - Tekstslide

Van de lineaire ketens van monosachariden kunnen de systematische namen worden opgesteld.
c) Stel voor de lineaire ketens van glucose en fructose de systematische namen op.
 glucose: 2,3,4,5,6-pentahydroxyhexanal
 fructose: 1,3,4,5,6-pentahydroxyhexaan-2-on

Slide 13 - Tekstslide

Omdat monosachariden veel OH-groepen bevatten, vertonen ze vaak stereo-isomerie.

d) Hoeveel stereo-isomeren bestaan er van glucose in de ringvorm? En hoeveel in de lineaire ketenvorm? Teken beide structuurformules om dat te onderzoeken.
A
ring: 5 lineair: 4
B
ring: 25 lineair: 16
C
ring: 32 lineair: 16

Slide 14 - Quizvraag

toelichting:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

We laten ethanol met propaanzuur reageren. Teken de structuurformule van de ontstane ester.

Slide 20 - Open vraag

antwoord:

Slide 21 - Tekstslide

Uit welke beginstoffen
is de volgende stof
gemaakt?
A
pentaan-1-ol en ethaanzuur
B
dimethylpropanol en ethaanzuur
C
ethanol en pentaanzuur
D
ethanol en dimethylpropaanzuur

Slide 22 - Quizvraag

Welke vetzuren zijn gebruikt in dit vet?






En wat is de
naam van dit vet?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel dubbele bindingen hebben de zijketens in het voorbeeld hiernaast?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Weektaak
lezen 14.3
maken vr 14 t/m 17
lezen 14.4 
maken vr 22 + 24

Slide 30 - Tekstslide