In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Nectar H7 Soorten en populaties
Deze les:
- Herhaling §7.1 t/m §7.4
- §7.5 Voedselketens
- Test je kennis!
- feedback formulier invullen
Huiswerk:
- maken opdrachten
Slide 1 - Tekstslide
De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.). Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus en tot dezelfde soort
Slide 2 - Quizvraag
De larve van de nachtvlinder heeft een groot aantal bacteriën in zijn verteringskanaal. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel van de larven Met welke biologische term wordt de relatie tussen de larve en de bacteriën aangeduid?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
Slide 3 - Quizvraag
1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied. 2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei. 3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen. 4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren. Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Eten en gegeten worden...
Slide 5 - Tekstslide
Het verschil uit tussen autotrofe en heterotrofe organismen.
Alleseters (omnivoren)eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Slide 8 - Tekstslide
Voedselketen
Slide 9 - Tekstslide
Voedselweb
Koolmees is een zwakke schakel.
Afhankelijk van één voedselbron.
Kikker heeft sterke positie.
Veel keus in prooidieren.
Buizerd en vos zijn de toppredatoren.
Zij worden niet door anderen gegeten.
Welk gevolg heeft het voor de sprinkhaan als het lievenheersbeest een slecht jaar heeft en weinig nakomelingen krijgt?
Slide 10 - Tekstslide
Het verschil uit tussen een voedselketen en een voedselweb.
Een voedselketen is een rechte lijn
van wie-eet-wie.
Een voedselweb laat zien hoe
verschillende voedselketens
met elkaar verbonden zijn in
een ecosysteem.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Voedselketen / Energieoverdracht en Energieverlies:
Producenten (autotrofe organismen) gebruiken zonlicht voor energie via fotosynthese.
Herbivoren eten planten en krijgen energie.
Carnivoren eten herbivoren en ontvangen energie.
Omnivoren zijn dieren die zowel planten als dieren eten.
Tijdens energiedoorgifte gaat er energie verloren: - organismen gebruiken energie voor overleven, beweging en groei. - een deel wordt omgezet in warmte en gaat verloren. - ontlasting draagt bij aan energieverlies: niet alle voedingsstoffen worden volledig benut. - hoger in de voedselketen is er minder energie beschikbaar.
Slide 13 - Tekstslide
Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
-->
Slide 14 - Sleepvraag
Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt
Slide 15 - Quizvraag
De basis van dit voedselweb staan:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën
Slide 16 - Quizvraag
Wie staan er aan de top van dit voedselweb?
A
opgelost organisch materiaal
B
krabben
C
organisch materiaal in sediment
D
bruinvissen
Slide 17 - Quizvraag
In welke richting teken je de pijl in een voedselketen?
A
Naar de prooi
B
Naar de predator
Slide 18 - Quizvraag
T3
kringloop
voedselketen
voedselweb
Slide 19 - Sleepvraag
Extra: Pak BINAS tabel 93E1 erbij en beantwoord de volgende vragen:
Wat zijn de producenten? Hoe noem je deze organismen ook?