Klas 2 week 7 les 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)
Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 5
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca F op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)
Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Arrêt Chapitre 5
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca F op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Ken ik de uitspraakregels voor de q g en s

- Kan ik vertellen over wat ik dit weekend gedaan heb



Slide 2 - Tekstslide

Uitspraak: q, g et s

Slide 3 - Tekstslide

na de q schrijf je in het Frans altijd een u maar die hoor je niet
luister naar het geluidsfragment
uitspraak quand, qu’est-ce que en depuis que

Slide 4 - Tekstslide

hoe zou jij deze woorden uitspreken

1: parce que
2: presque
3: jusqu’ à

Slide 5 - Tekstslide

de uitspraak van de g
de Franse g klinkt niet als de Nederlandse g
végétarien
manger 
de Franse g

Slide 6 - Tekstslide

En voor alle andere letters dan i, e of y?
voor alle andere letters spreek je de g uit zoals in het woord goal
les legumes [leeguum]
regarder [regaardee]
goût [ goe]

probeer zelf
grâce à
la gorge


als de g niet gevolgd wordt door een i, e of y

Slide 7 - Tekstslide

le son s

Slide 8 - Tekstslide

de s spreek je meestal niet uit in het Frans

Luister maar naar de woorden
tu es
jamais
tu prends

nu jij
je suis
des médicaments
tu as
de s hoor je niet

Slide 9 - Tekstslide

Nog een paar voca woorden 
- le dos
- le corps
- sans
- les doigts
- le bras
- le temps

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

wanneer de s gevolgd wordt door een klinker of een stomme h spreek je de s uit als een z
pas encore
nous avons
les animaux
de s als z

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je de passé composé?
A
avoir + voltooid deelw.
B
être + voltooid deelw.
C
avoir of être + voltooid deelw.
D
avoir en être + voltooid deelw.

Slide 13 - Quizvraag

wij hebben gegeten
A
nous avons mangé
B
on a mangé
C
nous sommes mangé
D
on est mangé

Slide 14 - Quizvraag

Départ

  1. Après ce cours tu sais:
  • parler de ton week-end dernier


Slide 15 - Tekstslide

Praten over je weekend
  • Bekijk het schema 
  • In de p.c. voor de acties
    --> J'ai mangé 
  • In de imp hoe het was
    --> c'était bon

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zeg je:
"Afgelopen weekend heb ik een pizza gegeten. "

Slide 17 - Open vraag

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 18 - Tekstslide