If sentences

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

If sentences

Voorwaardelijke bijzinnen

Voorbeelden

If you press this button, the doorbel rings

The dough rises if you add yeast

If you leave now, you’ll be in time.

I would be really sad if my experiment didn’t work.

Waarom?

Voorwaarde - gevolg

Voorwaarde - Bijzin

Gevolg - Hoofdzin

Hoe dan?

Verschillende mogelijkheden:

1. Je gebruikt in de bijzin if + present simple en in de hoofdzin de present simple als het gevolg vaststaat; het is een feit.
2. Je gebruikt in de bijzin if + present simple en in de hoofdzin will (not) + het hele werkwoord als het waarschijnlijk is dat er aan de voorwaarde voldaan wordt.
3. Je gebruikt in de bijzin if + past simple en in de hoofdzin would (not) + het hele werkwoord als het onwaarschijnlijk is dat er aan de voorwaarde voldaan wordt.

bijzin if + present simple en in de hoofdzin de present simple

If you melt ice, it becomes water.

The light goes on if you press the switch.

Water boils if you heat it to 100°C

 bijzin if + present simple en in de hoofdzin will (not) + het hele werkwoord

If you help me, I’ll give you some chocolate.

If I receive an invitation, I will go to the party.

The party will be cancelled if it rains.

 if + past simple en in de hoofdzin would (not) + het hele werkwoord

They would be really happy if they won the match.

I would buy a castle if I had a million pounds.

If Tom knew your phone number, he’d call you.

If I ------ (to study), I
---------(to pass) the exams.

If you----- (to wear) sandals in the mountains, you--- (to slip) on the rocks.

If I---- (to come) home earlier, I ---(to prepare) dinner.

If you (to do) a paper round, you ( to earn) a little extra money