Week 1 Ziekenhuis (WH) - Inleidend in het zekenhuis - BBL 2e jaars

What's happening 
- ziekenhuis
BBL


Inhoud
- wie is wie? 
- onderzoeken in het ziekenhuis
- anesthesietechnieken
- complicaties van behandeling in het ziekenhuis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsBeroepsopleidingLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

What's happening 
- ziekenhuis
BBL


Inhoud
- wie is wie? 
- onderzoeken in het ziekenhuis
- anesthesietechnieken
- complicaties van behandeling in het ziekenhuis

Slide 1 - Tekstslide

Subleerdoelen
De student kan: 
- uitleggen wat het werkterrein is van de meest voorkomende snijdende en niet-snijdende specialismen in het ziekenhuis.  
- beschrijven wat de meest voorkomende onderzoeken in het ziekenhuis inhouden, in het specifiek klinisch-chemisch, hematologisch en bacteriologisch onderzoek, endoscopisch en beeldvormend onderzoek, functieonderzoeken en histopathologisch onderzoek.  
- beschrijven hoe de meest voorkomende anesthesietechnieken toegepast worden, in het specifiek lokale, blokkade, locoregionale, spinale en algehele anesthesie 
- de oorzaken, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen beschrijven van de meest voorkomende (postoperatieve) complicaties in het ziekenhuis. Te weten: wondinfecties, pneumonie, circulatiestoornissen en decubitus.   
 

Slide 2 - Tekstslide

Bijbehorende literatuur
Expertcollege; Profieldeel Ziekenhuizen. Zorgpad ZKH

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdleerdoelen
- De student heeft de benodigde kennis om te kunnen begeleiden bij onderzoek en behandeling in het ziekenhuis. 

- De student heeft de benodigde kennis om te kunnen zorgen voor zorgvragers na een ongeval of trauma. 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten Ziekenhuizen
- Algemeen (perifeer of streekziekenhuis) 
- Academisch
- gespecialiseerd 
      - kinder
      - kanker
      - oog
Expert college; Profieldeel ziekenhuis

Slide 5 - Tekstslide

Verdeling in specialismen
Snijdend
- Algemene heelkunde (chirurgie) 
- Neurochirurgie 
- Thoraxchirurgie 
- Orthopedie 
- Gyneacologie 
- Obstetrie (Kraam) 
- Oogheelkunde 
- KNO 

Niet snijdend
- Interne geneeskunde 
- Endocrinologie 
- Reuma 
- MDL 
- Neurologie 
- Cardiologie  
- Oncologie 
- Dermatologie 
- Kindergeneeskunde 
- Psychiatrie 
- Pulmonologie 
- Revalidatie
Expert college; profieldeel Ziekenhuizen

Slide 6 - Tekstslide

Overige afdelingen? 
- Operatiekamer 
- Holding (in/uitslaap) 
- Apotheek 
- Röntgenafdeling 
- Functieafdeling 
- Laboratorium 
- Keuken 
- Beddencentrale 
- Opname bureau 
- Poliklinieken 

Expercollege; Profieldeel Ziekenhuizen

Slide 7 - Tekstslide

Welke afdelingen (directe patiëntenzorg) heb je  in een ziekenhuis? 
- Verpleegafdelingen
- Poliklinieken
- Dagbehandeling 
- Dialyse afdeling 
- High Care afdelingen 
       - Intensive care (IC) 
       - Coronaire care (CCU) 
       - Medium care (MC) 
Spoedeisende hulp (SEH) 
     - Eerste harthulp 
     - Algemene opname afdeling (AODA) 
     - Observatorium 

Expertcollege; Profieldeel Ziekenhuizen

Slide 8 - Tekstslide

Over : Onderzoeken in het ziekenhuis
Waarom doen ze onderzoeken in het ziekenhuis? Welk doel hebben deze? 
  • Vaststellen van een ziekte
  • Uitsluiten van een ziekte
  • vaststellen of een behandeling succesvol verloopt
  • voorkomen van een ziekte
  • vervolgen van het verloop van een ziekte > bijstellen behandelplan
Inleiding tot volgende studiedelen

Slide 9 - Tekstslide

Onderzoeken: Algemeen overzicht
- Klinisch chemisch onderzoek
- hematologisch onderzoek
- Histopathologisch onderzoek 
- bacteriologisch onderzoek 
- endoscopisch onderzoek
- beeldvormend onderzoek 
- Functieonderzoek

Inleiding tot volgende studiedelen

Slide 10 - Tekstslide

Klinisch Chemisch laboratorium (KCL)
  • bloed (komt ook terug bij hematologisch onderzoek) 
  • Urine
  • Feces
  • Sputum
  • Overig lichaamsvocht: speeksel, neusslijmvlies, semen, spijsverteringssappen, braaksel, wondvocht, liquor, lymfevocht. 

Slide 11 - Tekstslide

Hematologisch onderzoek 
Expertcollege; Profieldeel Ziekenhuizen
  •   
  • Bloed afnemen d.m.v.: 
  • - Venapunctie
    - vingerprik eenmalig/ dagcurve
    - arteriele punctie 

  • Labtesten
  • Slide 12 - Tekstslide


    Bacteriologisch onderzoek 
    - sputumkweek 
    - urinekweek
    - wondkweek 
    - bloedkweek

    Meest voorkomende ziekenhuis bacterieen: 
    MRSA, BRMO, ESBL, Klebsiella 

    Slide 13 - Tekstslide

    Endoscopische onderzoeken
    Endo = binnen, scopie = bekijken



    Diverse soorten Scopieen: 
    - holle organen : bijvoorbeeld: gastroscopie of bronchoscopie
    - gewrichten > artrosopie
    - buikholte > laparoscopie
    - overige scopieen: 
          Echo-endoscopie
          Videocapsule endoscopie. 

    Slide 14 - Tekstslide

    Beeldvormende onderzoeken
    - Röntgenfoto's 
    - Rontgendoorlichting
    - Echografie
    - CT scan
    - MRI scan
    - Nucleaire onderzoekn, 
          PETscan 

    Slide 15 - Tekstslide

    Functie onderzoeken
    - Harfunctie/cardiologische onderzoeken 
        ECG
        TTE
        Fietsergometrie
        Holteronderzoek

    - Neurologische onderzoeken
        EMG
        EEG

    - Longfunctie onderzoeken 
        Spirometrie
        Histaminetest

    Slide 16 - Tekstslide

    Histopathologisch onderzoek 
    Weefsel uitname (door biopsie, chirurgie, autopsie), hierna microscopisch onderzoek. 
    (soms met kleuring, simpel of zelfs fluoriscerend) 

    Slide 17 - Tekstslide

    Anesthesie 
    - Wat is anesthesie? 
    - Geschiedenis  
          Vóór 1800 geen verdoving of alcoholhoudende drank 
          Na 1800 lachgas 
          Thomas George Morton (1846) etherkapnarcose 
    Anesthesietechnieken 
         lokale 
         Blokkade 
         Locoregionale 
         Spinale 
         algehele anesthesie (narcose) 



    Slide 18 - Tekstslide

    Locale anesthesie
    - Plaatselijke verdoving/ locale of infiltratie 
       anesthesie 
    -  Het direct inspuiten van het verdovende 
        middel in het te verdoven weefsel 
                 Vaak verdovend middel in combinatie 
                  met Adrenaline 
                  Adrenaline vernauwt de bloedvaten: 
                         Verdovend middel loopt minder snel
                         weg+ minder bloedverlies. 
     
    - Kan ook meer oppervlakkig met uitwendig toedienen van het verdovende middel: druppels, spray of zalf (bv EMLA-crème) 

    Slide 19 - Tekstslide

    Blokkade anesthesie
    - Lijkt op infiltratie anesthesie 
    - Wordt een depot gelegd rondom te verdoven
       zenuw d.m.v. injectie 
    - Bijv. bij tandarts 

    Slide 20 - Tekstslide

    Locoregionale anesthesie Ruggenprik
    Epidurale anesthesie
    - Verdovingsvloeistof wordt niet door de vliezen heen gespoten 
    - Kan voor langdurige pijnstilling worden gebruikt (er wordt een katheterslangetje achtergelaten) 
    - Niet alle zenuwen worden uitgeschakeld 

    Spinale Anesthesie
    - Verdovingsvloeistof wordt in de liquor gespoten, passeert de dura 
    - Verdoving van sensorische en motorische zenuwen 
    Directe werking (werkt 4-6 uur)

    Slide 21 - Tekstslide

    Verschil tussen 
                            Spinaal               en                     Epiduraal 

    Slide 22 - Tekstslide

    Nadelen Spinale anesthesie? 
    Verlamming 
    Mictie problemen 
    Wakker tijdens operatie (soms roesje) 
    Totale spinale anesthesie (dyspnoe) 
    Bloeddrukdaling 
    Post spinale hoofdpijn (door liquorlekkage) 

    Slide 23 - Tekstslide

    Algehele anesthesie
    - Volledige narcose 
    - Bestaat uit het toedienen van 3 verschillende stoffen, via 
          een venflon:    * Slaapmedicatie 
                                     * Pijnstilling (analgesie) 
                                     * Spierverslappers (relaxatie) 
    - Wat gebeurt er dan met de ademhaling?  
    - Relatief veilig voor gezonde personen (kans op overlijden is 
        minder dan 1 op 100.00). 
    - Hoge leeftijd, hart- of longproblemen maken soms 
        algehele narcose riskant 

    Slide 24 - Tekstslide

    Postoperatieve complicaties
    - Pijn 
    - Wondinfecties 
    - Pneumonie 
    - Circulatiestoornissen 
           * Trombose 
           * Nabloeding 
    - Decubitus 
    - Psychische problemen  

    Slide 25 - Tekstslide

    De volgende les gaat over: 

    Ongevallen en trauma's. 

    Voorbereiding en bijbehorende literatuur: 
    Zorgpad, Ziekenhuis algemeen Hoofdstuk 9 

    Slide 26 - Tekstslide